Afdeling Anesthesiologie

Als anesthesiologen houden wij ons bezig met de verdoving (anesthesie) bij operaties, onderzoeken en behandelingen bij volwassen en kinderen.

Tijdens een operatie houden we ook de hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte van de patiënt in de gaten. En sturen dit bij met medicijnen als het nodig is. We helpen bij de opvang van ernstig zieke patiënten op de Spoedeisende Hulp en zijn onderdeel van het reanimatieteam.

We werken als anesthesiologen samen aan het leveren van de beste zorg tijdens een operatie, onderzoek of behandeling. We onderzoeken u voor de operatie en geven u de verdoving. We begeleiden u tijdens de operatie en helpen u bij het herstellen van de verdoving en de pijn direct na de operatie.

Anesthesie is teamwerk. Anesthesiologen werken samen met artsen in opleiding tot anesthesioloog. We hebben hierbij hulp van anesthesiemedewerkers op de operatiekamer en verpleegkundigen op de uitslaapkamer. En van co-assistenten. Dit zijn studenten geneeskunde, die een anesthesiestage volgen.

We doen verdovingen bij volwassenen en kinderen. En pijnbestrijding bij de bevalling.

Soorten verdovingen

Er zijn verschillende soorten verdovingen:

  • narcose: met een narcose brengen we u in een diepe slaap. U merkt niets van de ingreep.
  • ruggenprik: er zijn 2 soorten, een spinale en epidurale anesthesie. Bij beide verdoven we de zenuwbanen met een prik in de rug. Bij de spinale ruggenprik komt de naald dichter bij zenuwbanen. Hierdoor is de verdoving dieper en werkt ook sneller.
  • zenuwblokkade: een zenuwblokkade gebruiken we vaak voor operaties aan armen, handen, benen en voeten. Een narcose is dan niet nodig.
  • sedatie: dit heet ook wel een roesje. We geven medicijnen waar u slaperig van wordt. Daardoor voelt u minder pijn. Dit doen we vaak bij onderzoeken die soms pijnlijk kunnen zijn.
  • plaatselijke verdoving: dit heet ook wel lokale anesthesie. We geven u een prik op de plek die bijvoorbeeld gehecht moet worden of waar we moeten opereren of behandelen. in de prik zit een verdovend middel. Zo voelt u op die plek niets.

Eerste gesprek

U heeft voor een behandeling of een operatie waarvoor u een verdoving krijgt, altijd een gesprek bij ons. Dit is de pre-operatieve screening. U gaat daarvoor meestal naar de Pre-operatieve Polikliniek Anesthesiologie, de POPA. We bespreken dan uw gezondheid. Samen met u bepalen we wat een geschikte verdoving is voor de operatie en voor u.

Voor uw afspraak op de POPA krijgt u een e-mail met een link naar digitale voorlichting over anesthesie. Belangrijk is dat u de voorlichting goed bekijkt en de vragenlijst aan het einde invult en terugstuurt. De voorlichting kunt u waar u wilt, met wie u wilt en zo vaak u wilt bekijken. Zo kunt u zich zo goed mogelijk voorbereiden voor het pre-operatieve gesprek met de anesthesioloog.

Een goede keuze maken over je behandeling is heel belangrijk. Wij geven daarom uitgebreide uitleg over de anesthesie en alle voor- en nadelen. Wat vindt iemand belangrijk en wat betekent dat voor de keuze: daar draait het om.

Bij spoedoperaties of als u al op een afdeling ligt, kan in de anesthesioloog soms bij u langs komen voor het pre-operatieve gesprek.

Voor, tijdens en na een behandeling

U komt ons verder ook nog op andere momenten tegen:

  • kort voor de operatie. U gaat dan naar Holding. Dit is een ruimte waar we u voorbereiden op de operatie of de behandeling. Meestal krijgt u hier al een infuus. Soms ook al de plaatselijke verdoving of de ruggenprik. Daarna gaat u naar de operatiekamer.
  • tijdens de operatie of de behandeling: we zijn bij u in de operatiekamer. We letten daar op uw belangrijke lichaamsfuncties, zoals bloeddruk, hartslag, zuurstofgehalte. En letten op of u zich prettig voelt tijdens uw operatie of behandeling. IC Soms is een behandeling op een andere plek, bijvoorbeeld het Operatieve Dag Behandelings Centrum (OBDC).
  • na de operatie: na uw operatie of behandeling gaat u naar de uitslaapkamer, de PACU. Hier kunt u rustig bijkomen van uw operatie of behandeling, voordat u weer naar de afdeling gaat. Als u pijn heeft, geven we u extra pijnstilling. Soms gaat iemand na een grote en complexe operatie naar de Intensive Care (IC) Dit is om u extra te bewaken en extra maatregels te kunnen nemen als dit nodig is. Zoals een extra infuus voor medicijnen. extra vocht of het toedienen van bloed of een urinekatheter.

Daarnaast komt u ons tegen op verschillende andere afdelingen, zoals bij:

  • de hartkatherisatie-afdeling
  • het Endoscopiecentrum
  • de afdeling Radiologie
  • bij de MRI, CT, PET, Nucleaire afdeling
  • het functiecentrum Urologie
  • de Spoedeisende Hulp