Operatie bij ziekte van Dupuytren

Bij de ziekte van Dupuytren verandert het bindweefsel in handen en vingers. U krijgt dan harde knobbels en strengen in de handen en vingers. Hierdoor gaan bij een deel van de mensen de vingers krom staan. Een mogelijke behandeling is een operatie en daarna revalidatie.

De ziekte van Dupuytren heet ook wel contractuur van Dupuytren of koetsiershand. Contractuur betekent bewegingsbeperking van een gewricht.

Wat is de ziekte van Dupuytren?

Door verschrompeling van het bindweefsel ontstaan er knobbels en strengen in de handpalm. Die kunnen pijn doen. Als de strengen over de gewrichten lopen en verschrompelen, kan het zijn dat u uw vingers niet meer goed kunt strekken. Dat zorgt voor de kromme stand van vingers. De oorzaak van de ziekte van Dupuytren is niet bekend. Wel komt Dupuytren vaker voor bij mannen en bij mensen:

  • met de ziekte van Ledderhose of Peyronie
  • ouder dan 50 jaar
  • die hun hand hebben gebroken
  • die een operatie aan de hand hebben gehad

Hoe behandelen we Dupuytren?

Er zijn 3 operaties mogelijk:

  • Selectieve fasciectomie: we halen het beschadigde bindweefsel uit de handpalm en de vingers weg
  • Percutane naald fasciotomie: we snijden de strengen die de vingers kromtrekken door met een naald
  • Dermatofasciectomie: deze operatie doen we bij mensen bij wie de vingers weer krom zijn gaan staan na een eerdere operatie. En bij wie de huid beschadigd is.

We kunnen de ziekte van Dupuytren niet genezen, maar door de operatie heeft u minder klachten. Er kunnen nieuwe strengen ontstaan waardoor uw vingers weer krom gaan staan. Zelfs bij geopereerde vingers kan dit gebeuren.

Eerste gesprek

U heeft voor een afspraak altijd een verwijzing naar het Hand- en Polscentrum nodig van uw huisarts of medisch specialist.

Tijdens het eerste gesprek krijgt u informatie over de behandeling, revalidatie en de mogelijke problemen na de behandeling. De arts bespreekt ook met u welke operatie voor u geschikt is en welke verdoving u krijgt.

De behandeling stap voor stap

  1. U krijgt een afspraakbrief en informatie van ons voor de operatie. Daarin staat hoe u zich op de operatie voorbereidt. 1 of 2 dagen voor uw operatie bellen we u om te laten weten hoe laat we u op de dag van de operatie verwachten.

    Als u een verdoving krijgt, heeft u voor de operatie een afspraak met de anesthesioloog. Hiervoor gaat u naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA).

    Als u een verdoving krijgt, kunt u na de behandeling niet alleen naar huis. Vraag iemand die u thuis kan brengen. We kunnen ook een taxi voor u bellen.

  2. Voor de operatie gaat u naar Operatief Dagbehandeling Centrum (ODBC).

  3. U krijgt eerst uitleg over de behandeling. Daarna gaat u naar de operatiekamer. Het verloop van de behandeling hangt af van de operatie die u krijgt:

    Percutane naald fasciotomie

    U krijgt een plaatselijke verdoving in uw hand. Daarna snijden we de strengen die de vingers kromtrekken door met een naald. Dit kan gevoelig zijn.  

    Selectieve fasciectomie

    Voor deze operatie gaat u onder narcose of we verdoven uw hele arm. Dat heeft de arts van tevoren met u besproken. U krijgt dan een prik met een verdovende vloeistof in uw hals of oksel. Uw arm voelt daarna warm en zwaar aan. Het gevoel in uw arm verdwijnt, en kunt u uw arm niet meer bewegen. Veel patiënten zeggen dat dit voelt alsof de arm rechtop staat of op de buik ligt.

    U krijgt daarna een band om uw bovenarm. Die pompen we op. Dit lijkt op een bloeddrukmeting. De band zorgt ervoor dat het bloed niet meer door de arm kan stromen en de bloedvaten leeg blijven. De arts haalt de band meteen na de operatie weer weg.

    Tijdens de operatie halen we het teveel aan bindweefsel uit de handpalm en de vingers weg. Na de ingreep krijgt u een verband en moet u revalideren. Het duurt 6 weken tot 3 maanden totdat u uw hand weer volledig kunt inzetten. Er kunnen zenuwen en bloedvaten beschadigd worden, die wel weer gerepareerd kunnen worden. Na deze ingreep blijven de klachten meestal vrij lang weg.

    Dermatofasciectomie

    Tijdens de operatie verdoven we uw hele arm. U krijgt een prik met een verdovende vloeistof in uw hand in uw hals of oksel. Uw arm voelt daarna warm en zwaar aan. Het gevoel in uw arm verdwijnt, en kunt u uw arm niet meer bewegen. Veel patiënten zeggen dat dit voelt alsof de arm rechtop staat of op de buik ligt.

    U krijgt daarna een band om uw bovenarm. Die pompen we op. Dit lijkt op een bloeddrukmeting. De band zorgt ervoor dat het bloed niet meer door de arm kan stromen en de bloedvaten leeg blijven. De arts haalt de band meteen na de operatie weer weg.

    We maken en snee in de vorm van een zigzag in uw huid. Zo kunnen we goed bij de strengen. We halen het bindweefsel weg en hechten we de huid weer dicht. Soms is er te weinig huid. Bijvoorbeeld omdat uw vinger lang krom stond. We halen dan een stukje huid van uw onderarm en plaatsen dat op de wond.

    Deze operatie duurt ongeveer 60 minuten, maar kan soms ook een paar uur langer duren. 

  4. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. U heeft een stevig verband om uw hand, soms met een spalk erbij. Uw arm ligt op een kussen dat hoger ligt dan de rest van uw lichaam. Zo wordt uw hand niet dik.

    Als u zich goed voelt, mag u een paar uur na de operatie uit bed. Uw arm moet dan in een draagband. Krijgt u pijn in uw arm? Dan kunt u om pijnstillers vragen.

    De arts vertelt u wanneer u van de uitslaapkamer af mag. Dit hangt af van hoe goed u zich voelt. Daarna mag u naar huis.

  5. 1 tot 2 weken na de operatie komt u voor controle naar de polikliniek Vorm en Beweging. We controleren de wond. Als u hechtingen heeft, halen we die ook weg. Na 3 maanden komt u nog een keer voor controle.

  6. Na de operatie gaat u revalideren. U heeft hiervoor 1 week na de operatie een afspraak met de revalidatiearts of verpleegkundig specialist en een handtherapeut. We halen dan het verband weg en beoordelen of uw hand goed werkt. Soms krijgt u een spalk voor in de nacht. Ook krijgt u verschillende oefeningen.

    Bij een dermatofasciectomie vervangen we een deel van de huid van de palm en de vingers door huid van de onderarm. De revalidatie na deze operatie duurt wat langer.

    De handtherapeut bepaalt samen met u hoe en waar u revalideert. Het kan zijn dat u thuis uw oefeningen kunt doen en dat u geen verdere handtherapie nodig heeft. Als u wel handtherapie nodig heeft, dan overleggen we met u of dat in het UMCG is of dat het bij een handtherapeut bij u in de buurt kan. Handtherapie kan naast oefentherapie bestaan uit spalktherapie. Dit om de beweeglijkheid van de vingers te verbeteren. Ook kunnen we het litteken soepeler maken met massagetechnieken en siliconen.

  • Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Complicaties die voor kunnen komen zijn: 

    • nabloeding of bloeduitstorting. Dit gebeurt vaak en gaat vanzelf over
    • infectie. Dit komt bijna nooit voor
    • beschadiging van de zenuwen in de vingers.
    • na een selectieve fasciectomie en dermatofasciectomie minder gevoel in de vingertoppen. Dit is meestal na een paar maanden over.
    • na een percutane naald fasciotomie zijn we meestal geen problemen. Wel kan de kromstand snel weer terug komen.

    Wanneer bellen?

    Bel ons als u:

    • koorts krijgt (hoger dan 38,5 C)
    • erge pijn aan uw hand heeft
    • er etter uit de wond komt

    Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 14 84. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de plastisch chirurg die dienst heeft.

Bijwerkingen en risico's

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Complicaties die voor kunnen komen zijn: 

  • nabloeding of bloeduitstorting. Dit gebeurt vaak en gaat vanzelf over
  • infectie. Dit komt bijna nooit voor
  • beschadiging van de zenuwen in de vingers.
  • na een selectieve fasciectomie en dermatofasciectomie minder gevoel in de vingertoppen. Dit is meestal na een paar maanden over.
  • na een percutane naald fasciotomie zijn we meestal geen problemen. Wel kan de kromstand snel weer terug komen.

Wanneer bellen?

Bel ons als u:

  • koorts krijgt (hoger dan 38,5 C)
  • erge pijn aan uw hand heeft
  • er etter uit de wond komt

Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 14 84. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de plastisch chirurg die dienst heeft.

Tips voor thuis

  • Na een percutane naaldfasciotomie mag u de dag na de ingreep bijna alles doen met de geopereerde hand, behalve zwaar werk. Na 2 weken mag dat ook weer.
  • Na een selectieve fasciectomie en dermatofasciectomie moet u het de eerste 6 weken rustig aan doen met uw hand. Het kan zijn dat u hulp nodig heeft bij sommige dingen. Bijvoorbeeld bij het aankleden, werken of het huishouden. De verpleegkundige overlegt met u waar u hulp bij nodig heeft. En wat uw opties zijn. Na 6 weken kunt u uw hand meestal weer normaal gebruiken.
  • Houd de wond goed schoon. Zo heeft u minder kans op infecties. Zolang de wond open is mag u geen activiteiten doen waarbij er vuil in de wond kan komen. Bijvoorbeeld zwemmen of afwassen. Vanaf 48 uur na de operatie is het goed om uw hand dagelijks te spoelen met kraanwater. Dep de hand daarna droog met een schone handdoek.

Medisch wetenschappelijk onderzoek

Onderzoeken die we op dit moment doen naar de ziekte van Dupuytren:

Heeft u nog vragen?

U kunt de polikliniek Vorm en Beweging bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.

Heeft deze informatie je geholpen?