Tumorprothese: vervanging bot en gewricht

Als we een tumor weghalen, krijgt u soms een tumorprothese. Deze plaatsen we tijdens een operatie. De tumorprothese vervangt een bot en een gewricht, zodat u dit weer goed kunt gebruiken.

Een tumorprothese heeft een verankeringsdeel, een botdeel en een tumor prothese gewrichtsdeel.

Wanneer plaatsen we de prothese?

Heel soms zit een bottumor vlakbij een gewricht, zoals een knie, heup of schouder. Als we de tumor weghalen, kunnen we dan daarna een tumorprothese plaatsen als dat nodig is.

U heeft voor de operatie een afspraak met de arts. Die vertelt u over de operatie, de risico's en de revalidatie. Een tumorprothese plaatsen is een zware operatie. We bespreken hoe u uw lichaam hierop voorbereidt en daarmee de kans vergroot dat u goed herstelt.

De behandeling stap voor stap

  1. U krijgt een brief en informatie van ons. Hierin staat hoe u zich voorbereidt.

    Ook heeft u voor de operatie een afspraak met de anesthesioloog over de verdoving. Hiervoor gaat u naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA).

  2. Meestal wordt u de dag voor de operatie opgenomen in het ziekenhuis. In de opnamebrief staat waar u moet zijn. Voor deze operatie gaat u naar de afdeling Orthopedie.

    Vanaf 6 uur voor de operatie mag u niet meer eten en drinken.

  3. U trekt operatiekleding aan. Contactlenzen, bril, gebitsprothese, sieraden en piercings moeten uit of af. U krijgt een infuus in uw arm. Daarna gaat u naar de operatiekamer.

    U krijgt een narcosemiddel via het infuus, zodat u niets van de operatie merkt. Soms krijgt u ook een ruggenprik, dit heeft de anesthesist dan met u besproken. Via het infuus krijgt u ook antibiotica toegediend om de kans op infectie te verkleinen.

    De chirurg haalt het beschadigde bot en weefsel weg. Soms verplaatsen we bloedvaten, zenuwbanen of spieren om deze niet te beschadigen en ervoor te zorgen dat u beter geneest. Dan maken we de tumorprothese. Daarvoor zetten we eerst een metalen pen in het bot. Op die pen komt een metalen deel dat het bot vervangt. Daarna plaatsen we tussen die metalen delen het gewricht. Soms verleggen we nog een spier rond de prothese om ervoor te zorgen dat u beter geneest. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een tumorprothese rond de knie.

    De operatie duurt 3-6 uur. Hoe lang de operatie precies duurt hangt af van uw situatie. U blijft 10-14 dagen in het ziekenhuis.

  4. U gaat naar de uitslaapkamer, waar we uw hart, bloeddruk en polsslag goed in de gaten houden. Ook krijgt u medicijnen tegen de pijn. Als u misselijk bent van de narcose krijgt u daar ook medicijnen voor.

    Als alles goed gaat, gaat u naar de verpleegafdeling om verder te herstellen. U heeft verschillende slangetjes, bijvoorbeeld:

    • een infuus voor vocht
    • een slangetje om bloed en wondvocht af te voeren, dit heet een drain
    • soms een slangetje in de rug voor medicijnen tegen de pijn
    • vaak een slangetje in de blaas om urine af te voeren, dit heet een blaaskatheter

    Mogelijk krijgt u een morfinepomp die u zelf kunt bedienen en/of een zenuwblock via een lies of een oksel. Dit houdt u dan meerdere dagen. U krijgt ook medicijnen tegen bloedstolsels, dit heet trombose. Deze gebruikt u tot 6 weken na de operatie.

    De eerste dagen blijft u in bed. Als de wond het toelaat en u niet te veel pijn heeft, mag u uit bed. Het is belangrijk dat u weer gaat bewegen. De fysiotherapeut komt elke dag langs en helpt u hierbij.

  5. U kunt naar huis om verder te herstellen als:

    • de wond goed geneest
    • u weet hoe u mag bewegen
    • u thuis genoeg hulp heeft
    • uw huis aangepast is aan uw nieuwe situatie

    Soms gaat iemand naar een speciale revalidatie-instelling om verder te herstellen. Als dit voor u geldt, heeft u dit voor de operatie al met de verpleegkundige besproken. Revalideren kan wel een jaar duren. U mag weer autorijden en fietsen als u geen krukken nodig heeft of in overleg met uw arts.

    Na ongeveer 2 weken halen we de hechtingen weg. Dit gebeurt als u nog in het ziekenhuis ligt of tijdens een afspraak op de polikliniek. Of door de huisarts.

  6. We onderzoeken het weggehaalde weefsel en bot op kankercellen. U krijgt de uitslag daarvan meestal binnen 2 weken na de operatie van uw arts.

  7. Na ongeveer 6 weken komt u weer naar het ziekenhuis voor controle. U krijgt onderzoek, we maken een röntgenfoto van de prothese en we bespreken uw herstel. U maakt ook afspraken over wanneer u terugkomt voor controle.

  • U houdt aan de operatie een groot litteken over. Als u een tumorprothese heeft, heeft u een grotere kans op een infectie. Dit blijft uw hele leven zo.

    Soms kan een tumorprothese los gaan zitten of geïnfecteerd raken. Mogelijke oorzaken zijn:

    • slijtage van 1 of meer delen van de prothese
    • een bacterie op de prothese die uw afweersysteem langzaam zwakker maakt
    • een bacterie op de prothese die zorgt voor een infectie die het afweersysteem niet onder controle krijgt

    We kunnen een loszittende of geïnfecteerde tumorprothese behandelen.

    De operatie verloopt meestal goed. Heel soms zijn er bijkomende problemen. Dit noemen we complicaties. Mogelijke complicaties zijn:

    • nabloeding
    • infectie
    • zenuwuitval
    • botbreuk
    • trombose

    Bijwerkingen voorkomen

    Vertel uw huisarts of specialist altijd dat u tumorprothese heeft als u een operatie krijgt. U kunt dan antibiotica krijgen als dat nodig is. Daarmee bent u beter beschermd tegen een infectie.

  • Iemand die ziek is, is extra vatbaar voor infecties. Het is daarom belangrijk dat patiënten goed beschermd worden tegen ziektekiemen. In het UMCG zetten we elke dag alles op alles om infecties te voorkomen. 

Bijwerkingen en risico's

U houdt aan de operatie een groot litteken over. Als u een tumorprothese heeft, heeft u een grotere kans op een infectie. Dit blijft uw hele leven zo.

Soms kan een tumorprothese los gaan zitten of geïnfecteerd raken. Mogelijke oorzaken zijn:

  • slijtage van 1 of meer delen van de prothese
  • een bacterie op de prothese die uw afweersysteem langzaam zwakker maakt
  • een bacterie op de prothese die zorgt voor een infectie die het afweersysteem niet onder controle krijgt

We kunnen een loszittende of geïnfecteerde tumorprothese behandelen.

De operatie verloopt meestal goed. Heel soms zijn er bijkomende problemen. Dit noemen we complicaties. Mogelijke complicaties zijn:

  • nabloeding
  • infectie
  • zenuwuitval
  • botbreuk
  • trombose

Bijwerkingen voorkomen

Vertel uw huisarts of specialist altijd dat u tumorprothese heeft als u een operatie krijgt. U kunt dan antibiotica krijgen als dat nodig is. Daarmee bent u beter beschermd tegen een infectie.

Infecties voorkomen

Iemand die ziek is, is extra vatbaar voor infecties. Het is daarom belangrijk dat patiënten goed beschermd worden tegen ziektekiemen. In het UMCG zetten we elke dag alles op alles om infecties te voorkomen. 

Levensduur tumorprothese

Een tumorprothese is een kunstgewricht en daardoor kwetsbaarder dan een natuurlijk gewricht. De levensduur is 20-25 jaar. Materiaalslijtage en het losraken van prothesedelen kunnen deze levensduur korter maken. Als dit gebeurt is meestal een nieuwe operatie nodig.

Zorg voor balans in je dagelijks leven

De keuzes die je maakt in je dagelijks leven hebben invloed op je gezondheid en je gevoel van welbevinden. Als je gezond bent maar ook als je ziek bent of aan het herstellen bent. Bekijk wat je zelf kunt doen op het gebied van leefstijl. Of ga eens langs bij onze leefstijladviseurs. Zij denken graag met je mee.

Heeft u nog vragen?

U kunt ons bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur. U kunt ons ook een e-mail sturen.