Tijdens de operatie verdoven we uw hele arm. U krijgt daarvoor prik met een verdovende vloeistof in uw hals of oksel. Uw arm voelt daarna warm en zwaar aan. Het gevoel in uw arm verdwijnt, en kunt u uw arm niet meer bewegen. Veel patiënten zeggen dat dit voelt alsof de arm rechtop staat of op de buik ligt.
U krijgt daarna een band om uw bovenarm. Die pompen we op. Dit lijkt op een bloeddrukmeting. De band zorgt ervoor dat het bloed niet meer door de arm kan stromen en de bloedvaten leeg blijven. De arts haalt de band meteen na de operatie weer weg.
We hebben van tevoren met u besproken welke operatie u krijgt. Dat kan 1 van deze zijn:
Polsarthroscopie
Bij een polsarthroscopie maakt de chirurg een paar kleine sneetjes rond uw pols. Via de sneetjes bekijkt de chirurg met een camera eerst de TFCC. We noemen dit daarom ook wel een kijkoperatie. Als het nodig is maken we de TFCC schoon. En de randen van de scheur glad. Soms hechten we de TFCC.
De operatie duurt ongeveer 30 tot 90 minuten.
Open operatie
Als we het TFCC-letsel niet kunnen oplossen tijdens de kijkoperatie doen we een gewone operatie. De chirurg maakt een snee van ongeveer 2 cm in de bovenkant van de pols aan de kant van de pink. We hechten de TFCC. Of maken de TFCC weer vast aan de ellepijp. Hiervoor gebruiken we een botanker. Daarna hechten we de wond.
De operatie duurt ongeveer 30 minuten.