Bij een skiduim zijn de gewrichtsbanden van het middelste gewricht van de duim verrekt of gescheurd. Dit komt altijd door een ongeluk. Het gewricht is dan gezwollen en pijnlijk.
Het middelste gewricht van de duim is de knokkel. De gewrichtsband zit aan de binnenkant van de duim. De banden zorgen voor stevigheid van het gewricht. Net als bijvoorbeeld de binnen- of buitenband van uw knie. Als de gewrichtsband beschadigd is, kunt u niet iets goed vastpakken. U mist dan de kracht van uw duim. Ook is vaak de knokkel van de duim dik.
Een skiduim komt doordat er te veel kracht op het gewricht komt. Het schiet dan in verkeerde stand. De banden die het gewricht bij elkaar houden rekken dan uit, of kunnen zelfs voor een deel of helemaal scheuren. Soms breekt ook een stukje bot af. Dit heet ook wel een avulsiefractuur.
Soms gebeurt dit tijdens een val bij het skiën. De duim wordt door de skistok naar buiten geduwd. Ook komt een skiduim voor bij balsporten. De bal komt dan hard op de uitgestrekte duim. U kunt ook een skiduim krijgen als u op uw hand valt.
U heeft voor een afspraak altijd een verwijzing naar het Hand- en Polscentrum nodig van uw huisarts of medisch specialist. Tijdens het eerste gesprek vragen we naar uw klachten. We doen een lichamelijk onderzoek aan uw duim. Soms maken we ook een röntgenfoto of een echo. We bespreken de mogelijke behandelingen, de nabehandeling en de problemen die na de behandeling kunnen ontstaan.
Er zijn 2 behandelingen mogelijk: een spalk (6 weken, 24 uur per dag) en een operatie. Een spalk is een goede behandeling als het gewricht nog stevig is. Als de spalk na 3 weken niet werkt, is een operatie nodig. We doen altijd direct een operatie als het gewrichtsbandje is gescheurd. En ook als er een stukje bot is afgebroken en verschoven. Ook na de operatie draagt u 6 weken een spalk.
U krijgt een afspraakbrief met informatie van ons. Daarin staat hoe u zich op de operatie voorbereidt.
U gaat voor de operatie meestal naar het Operatief Dagbehandeling Centrum (ODBC).
U ligt op een behandeltafel. U krijgt een prik met een verdovende vloeistof in uw hand. U krijgt daarna een band om uw bovenarm. Die pompen we op. Dit lijkt op een bloeddrukmeting. De band zorgt ervoor dat het bloed niet meer door de arm kan stromen en de bloedvaten leeg blijven. De arts haalt de band meteen na de operatie weer weg.
De chirurg maakt een snee van ongeveer 2 cm aan de zijkant van de knokkel van uw duim. Als de band los is gescheurd, maken we die weer vast aan het bot. Als er een klein stukje bot is afgebroken halen we dit weg. Een groter stuk bot plaatsen we weer terug op de juiste plek. Hiervoor gebruiken we een stalen pin of een ankertje. Daarna hechten we de wond.
De operatie duurt ongeveer 60 minuten.
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. U heeft een stevig verband om de hand. Uw arm ligt op een kussen dat wat ligt hoger dan de rest van uw lichaam. Zo wordt uw hand niet dik.
U hoort van de arts wanneer u van de uitslaapkamer af mag. Dit hangt af van hoe goed u zich voelt. Meestal kunt u dezelfde dag weer naar huis.
U heeft een verband om uw hand. Dit mag niet nat worden. Douche daarom met een plastic zak om uw hand. U mag 2 dagen na de operatie het verband weghalen. Daarna plakt u een kleine waterafstotende pleister op de wond. Hiermee mag u gewoon douchen. Zwemmen is niet verstandig, zwemwater is meestal niet schoon genoeg.
Een week na de operatie heeft u een afspraak voor controle bij Plastische chirurgie. Deze afspraak krijgt u direct na de operatie mee. Tijdens dit bezoek controleert de plastisch chirurg de wond en hoe goed de duim werkt. We halen dan ook de hechtingen weg.
3 tot 5 dagen na de operatie heeft u een afspraak bij de revalidatiearts of verpleegkundig specialist en een handtherapeut. De handtherapeut maakt een spalk die om uw hand past. Het maken van de spalk duurt ongeveer 1 tot 2 uur. Trek kleding aan met wijde mouwen, zodat de spalk hier doorheen past.
U moet de spalk 6 weken 24 uur per dag dragen. Daarna draagt u hem alleen bij activiteiten. De spalk mag niet nat worden. Draag daarom tijdens het douchen een plastic zak om de spalk.
U krijgt elke week handtherapie. Hiervoor gaat u naar de polikliniek Vorm en Beweging of een handtherapeut bij u in de buurt. Dit bespreken we van tevoren met u. U krijgt ook oefeningen mee voor thuis. Het is belangrijk dat u die oefeningen doet. Ongeveer 3 maanden na de operatie kunt u uw duim weer normaal gebruiken. U heeft dan meestal geen handtherapie meer nodig. Het duurt een jaar voordat uw duim weer helemaal hersteld is.
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Bij deze operatie zijn dat:
Bel ons als:
Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 14 84. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de plastisch chirurg die dienst heeft.
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Bij deze operatie zijn dat:
Bel ons als:
Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 14 84. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de plastisch chirurg die dienst heeft.
U kunt polikliniek Vorm en Beweging bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur. U kunt ook een e-mail sturen.