Neusbijholte-operatie

Neusbijholten kunnen ontsteken. Als een ontsteking na een behandeling met medicijnen niet overgaat, is een operatie een mogelijke behandeling. Door de neusbijholten ruimer te maken, kan het slijm makkelijker weg. En kan de ontsteking genezen.

Neusbijholten zijn holle ruimtes in het hoofd. Ze zitten boven en naast de neus. Er zijn 4 neusbijholten: de kaak-, voorhoofds-, zeefbeen- en wiggebeenholte.

Waarom een neusbijholte-operatie?

Die neusbijholten kunnen ontsteken. Als een ontsteking na een behandeling met medicijnen niet overgaat, is een operatie een mogelijke behandeling. Tijdens de operatie maken we de neusbijholten ruimer. Zo kan het slijm beter weg en kan de ontsteking genezen.

Er zijn 3 manieren om de neusbijholten met een operatie ruimer te maken:

  • infundibulotomie: we maken de verbinding tussen de neusholte en neus ruimer
  • endonasale ethmoidectomie: we maken alleen de zeefbeenholte ruimer
  • fess: we maken meerdere neusbijholten ruimer

Soms doen we de operatie bij een afwijking in de neus, zoals bij een poliep.

Eerste gesprek

Een specialist kan u naar Keel-, Neus- en Oorheelkunde verwijzen. Na de verwijzing krijgt u een brief voor een eerste afspraak.

De behandeling stap voor stap

  1. U krijgt een brief en informatie van ons. Daarin staat hoe u zich op de operatie voorbereidt.

    Ook heeft u voor de operatie een afspraak met de anesthesioloog over de verdoving. Hiervoor gaat u naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA).

    U kunt niet alleen naar huis, vraag daarom van tevoren of iemand u naar huis kan brengen na de operatie.

  2. U meldt zich voor de deze operatie eerst bij de balie in de Ontvangsthal. Daarna gaat u naar de afdeling. In de brief staat waar u naartoe moet.

    Kunt u niet komen? Bel ons dan zo snel mogelijk. Het telefoonnummer staat hieronder en in de brief.

  3. U doet operatiekleding aan. Als u een kunstgebit heeft, doet u die uit. Daarna gaat u naar de operatiekamer. U gaat voor deze operatie onder narcose. Daarvoor krijgt u een infuus in een ader. U krijgt een narcosemiddel via het infuus. U valt in slaap en merkt niets van de operatie.

    De operatie gebeurt via de neusgaten. Na de operatie ziet u dan ook geen wondje. De arts brengt een endoscoop via een neusgat in de neus. Een endoscoop is een klein dun buisje met daaraan een camera. De arts ziet zo op een beeldscherm de binnenkant van uw neus. Via de neusgaten brengt de arts ook verschillende instrumenten in uw neus. Met deze instrumenten maakt de arts de ontstoken neusbijholte(n) ruimer. 

  4. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur. Ook krijgt u medicijnen tegen de pijn. Als u goed wakker bent, gaat u naar de verpleegafdeling. U kunt voorzichtig beginnen met drinken en eten als u niet misselijk bent. U krijgt op vaste tijden medicijnen tegen de pijn. We vragen een paar keer of en hoeveel pijn u heeft. Dit noemen we ook wel de 'pijnscore'. Als het nodig is passen we de pijnstilling aan.

    Na de operatie komt er vaak nog vocht en/of bloed uit uw neus. Dit is normaal. U krijgt hiervoor een gaasje onder uw neus. Dit heet ook wel een 'snorretje'.

    Soms heeft u in beide neusgaten een tampon. De tampon vangt bloed op. U moet dan door uw mond ademen. Hierdoor kunt u last krijgen van een droge mond. Drink dan wat extra water of thee. De tampons kunnen ook uw traanbuisjes dichtdrukken. U heeft dan last van tranende ogen.

    Naar huis

    Meestal mag u dezelfde dag nog naar huis. Thuis start u met neusdouches en een neusspray. U krijgt uitleg van ons over hoe u dit doet.

    Soms heeft u nog tampons in uw neus. Er steken dan hechtdraden uit uw neus. Houd deze goed vastgeplakt op uw neus of wang. Zo kunnen de tampons niet in uw keel zakken. Meestal halen we de dag na de operatie de tampons uit uw neus. U komt hiervoor naar de polikliniek KNO. 

  5. U krijgt een afspraakbrief mee voor de controle. Meestal is de eerste controle 2 weken na de operatie. We kijken dan weer met een endoscoop in uw neus. En behandelen we de wondjes in de neus. Hiervoor krijgt u eerst een plaatselijke verdoving.

  • Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Na een neusbijholte-operatie kunt u bijvoorbeeld een (na)bloeding krijgen. Er stroomt of drupt dan in korte tijd veel helderrood bloed uit uw neus. Als uw neus gaat bloeden, doe dan het volgende:

    • beweeg rustig, ga bijvoorbeeld een tijdje zitten met uw hoofd iets voorover
    • knijp uw neus dicht
    • eet niet iets waar u op moet kauwen
    • drink regelmatig iets dat ijskoud is, zo koelt u via de mond het geopereerde gedeelte in uw neus
    • leg een coldpack in uw nek, u koelt hiermee het bloed dat naar uw neus stroomt
    • spuug het bloed uit, anders kunt u misselijk worden

    Wanneer bellen?

    Bel ons als de nabloeding na 15-30 minuten nog niet is gestopt. Of als de bloeding erg heftig is.

    Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 48. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de KNO-arts die dienst heeft.

Bijwerkingen en risico's na een operatie aan de neusbijholte

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Na een neusbijholte-operatie kunt u bijvoorbeeld een (na)bloeding krijgen. Er stroomt of drupt dan in korte tijd veel helderrood bloed uit uw neus. Als uw neus gaat bloeden, doe dan het volgende:

  • beweeg rustig, ga bijvoorbeeld een tijdje zitten met uw hoofd iets voorover
  • knijp uw neus dicht
  • eet niet iets waar u op moet kauwen
  • drink regelmatig iets dat ijskoud is, zo koelt u via de mond het geopereerde gedeelte in uw neus
  • leg een coldpack in uw nek, u koelt hiermee het bloed dat naar uw neus stroomt
  • spuug het bloed uit, anders kunt u misselijk worden

Wanneer bellen?

Bel ons als de nabloeding na 15-30 minuten nog niet is gestopt. Of als de bloeding erg heftig is.

Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 48. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de KNO-arts die dienst heeft.

Leefregels

Na de neusbijholte operatie is het belangrijk dat er niet te veel druk op uw neus komt:

  • snuit uw neus niet. Uw neus licht ophalen mag.
  • nies met uw mond open
  • u mag niet bukken of zwaar tillen
  • pers niet op het toilet
  • u mag niet sporten
  • speel geen blaasinstrument

Houdt daarnaast rekening met de volgende leefregels:

  • douche de eerste 3 dagen na de operatie met lauw water en houdt uw hoofd droog
  • peuter niet in uw neus
  • vermijd scherpe kruiden
  • zorg ervoor dat u uw neus niet stoot
  • gebruik de voorgeschreven neusspray tot uw controleafspraak
  • spoel elke dag uw neus tot uw controleafspraak. U krijgt informatie van ons over hoe u dit doet.

Heeft u nog vragen?

U kunt polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 tot 16.30 uur.

Heeft deze informatie je geholpen?