Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur. Ook krijgt u medicijnen tegen de pijn. Als u goed wakker bent, gaat u naar de verpleegafdeling. U kunt voorzichtig beginnen met drinken en eten als u niet misselijk bent. U krijgt op vaste tijden medicijnen tegen de pijn. We vragen een paar keer of en hoeveel pijn u heeft. Dit noemen we ook wel de 'pijnscore'. Als het nodig is passen we de pijnstilling aan.
Na de operatie komt er vaak nog vocht en/of bloed uit uw neus. Dit is normaal. U krijgt hiervoor een gaasje onder uw neus. Dit heet ook wel een 'snorretje'.
Soms heeft u in beide neusgaten een tampon. De tampon vangt bloed op. U moet dan door uw mond ademen. Hierdoor kunt u last krijgen van een droge mond. Drink dan wat extra water of thee. De tampons kunnen ook uw traanbuisjes dichtdrukken. U heeft dan last van tranende ogen.
Naar huis
Meestal mag u dezelfde dag nog naar huis. Thuis start u met neusdouches en een neusspray. U krijgt uitleg van ons over hoe u dit doet.
Soms heeft u nog tampons in uw neus. Er steken dan hechtdraden uit uw neus. Houd deze goed vastgeplakt op uw neus of wang. Zo kunnen de tampons niet in uw keel zakken. Meestal halen we de dag na de operatie de tampons uit uw neus. U komt hiervoor naar de polikliniek KNO.