Bij een laparoscopische elektrocoagulatie branden we tijdens een kijkoperatie een paar oppervlakkige kleine gaatjes in de grootste eierstok. Dat doen we om een eisprong op te wekken. De behandeling heet ook wel een LEO-procedure.
Door het branden van de kleine gaatjes verandert de aanmaak van de hormonen in de eierstok. Daardoor kun je spontane eisprongen (ovulaties) in de maanden daarna krijgen.
Deze operatie is een mogelijkheid als andere behandelingen voor het opwekken van de eisprong met medicijnen zoals letrozol en clomifeen niet werken. Ook niet na als je daar de maximale dosis voor hebt gekregen. Ook bij moeizame behandelingen met injecties (gonadotrofines) om de eisprongen op te wekken, kunnen we kiezen voor deze operatie.
Je hebt eerst een gesprek met de arts. Die vertelt je over de behandeling, waar een mogelijk litteken komt en over de narcose. Deze behandeling doen we met een kijkoperatie in de buikholte, een laparoscopie. Je gaat voor deze behandeling onder narcose.
Je krijgt een afspraakbrief en informatie van ons. Daarin staat hoe je je op de behandeling voorbereidt.
Je hebt voor de operatie een afspraak met de anesthesioloog over de verdoving. Hiervoor ga je naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA). Voor deze operatie ga je onder narcose. Een ruggenprik kan niet, omdat we de buikholte dan niet kunnen verdoven.
Omdat u onder narcose gaat ,kun je daarom na de behandeling niet alleen naar huis. Regel iemand die je thuis kan brengen. We kunnen ook een taxi voor je bellen.
Op de dag van de operatie ga je naar het Operatief Dagbehandeling Centrum (ODBC).
Je krijgt eerst nog uitleg over de behandeling. Contactlenzen, bril, gebitsprothese, sieraden en piercings moeten uit of af. Soms krijg je vooraf al pijnstillers en antibiotica om infecties te voorkomen.
In de voorbereidingskamer krijg je een infuus. Daarna ga je naar de operatiekamer. Je krijgt een narcosemiddel via het infuus.
We maken eerst 1 sneetje van ongeveer 2 centimeter, net onder je navel. Via dit sneetje kunnen we verschillende instrumenten in je buikholte brengen, zoals een kijkbuis (de laparoscoop). We blazen ook een speciaal gas in de buik. Zo zien we de organen in de buik beter. Via de kijkbuis kan de arts op een beeldscherm in je buikholte kijken.
Daarna maken we nog een paar sneetjes van ongeveer 1 cm in de buik. Meestal vlak boven het schaamhaar. Via deze sneetjes brengen we de instrumenten waarmee we de gaatjes in de eileiders branden. Als dat klaar is, halen we de instrumenten weer weg en hechten we de sneetjes.
De behandeling duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Na de behandeling ga je naar de uitslaapkamer. Daar blijf je 1 tot 2 uur. Je mag nog niet eten of drinken tot je weer normaal kunt slikken. Dit duurt ongeveer een uur. Daarna krijg je iets te eten en drinken.
Als alles goed met je gaat, kun je naar huis.
In de maanden na de behandeling kijken we of de menstruatiecyclus herstelt. Je moet daarvoor je menstruatiecyclus bijhouden. Met die informatie zien we na 3 maanden of de behandeling goed is gegaan. Je mag in deze periode gewoon zwanger worden.
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Na een laparoscopie zijn dit:
Bel ons als:
De eerste 24 uur na ontslag uit het ziekenhuis bel je naar de afdeling Voortplantingsgeneeskunde op het nummer (050) 361 30 32. Buiten deze tijden bel je het algemene nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Vraag naar de gynaecoloog die dienst heeft. Bel ons ook als je in de dagen na de operatie problemen hebt.
Ongeveer de helft van de vrouwen krijgt na de behandeling een spontane cyclus, waardoor een zwangerschap mogelijk is. Als de spontane cyclus uitblijft, is het mogelijk om weer opnieuw te beginnen met letrozol, clomifeencitraat en gonadotrofines. Het resultaat is dan vaak beter dan voor de behandeling.
Uit onderzoek blijkt dat 10 jaar na het ondergaan van een LEO procedure vrouwen gemiddeld meer kinderen hebben dan de vrouwen die de eiblaasgroei met behulp van injecties hebben opgewekt. Er is geen sprake van lange termijn schade aan de eierstokken of een vervroegde overgang.
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Na een laparoscopie zijn dit:
Bel ons als:
De eerste 24 uur na ontslag uit het ziekenhuis bel je naar de afdeling Voortplantingsgeneeskunde op het nummer (050) 361 30 32. Buiten deze tijden bel je het algemene nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Vraag naar de gynaecoloog die dienst heeft. Bel ons ook als je in de dagen na de operatie problemen hebt.
Ongeveer de helft van de vrouwen krijgt na de behandeling een spontane cyclus, waardoor een zwangerschap mogelijk is. Als de spontane cyclus uitblijft, is het mogelijk om weer opnieuw te beginnen met letrozol, clomifeencitraat en gonadotrofines. Het resultaat is dan vaak beter dan voor de behandeling.
Uit onderzoek blijkt dat 10 jaar na het ondergaan van een LEO procedure vrouwen gemiddeld meer kinderen hebben dan de vrouwen die de eiblaasgroei met behulp van injecties hebben opgewekt. Er is geen sprake van lange termijn schade aan de eierstokken of een vervroegde overgang.
Je kunt het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.