Een kromme penis kan komen door een ontsteking waardoor er littekens komen in de wand van het zwellichaam. Kromstand van de penis heet ook wel de ziekte van Peyronie.
Kromstand kan aangeboren zijn of op latere leeftijd ontstaan. Als het aangeboren is, gaat dat vaak samen met hypospadie. Het plasgaatje zit dan op een andere plek op de penis, in plaats van aan het uiteinde van de eikel. Het kan ook komen door een te korte plasbuis of doordat de zwellichamen in de penis niet overal gelijk verdeeld zijn. De penis buigt bijna altijd richting de voeten bij een erectie.
Op latere leeftijd komt een kromme penis voor bij mannen van 18 tot 80 jaar. Door een reactie op een ontsteking of een kneuzing komt er littekenweefsel (fibrosering) in de wand van het zwellichaam. Daardoor verdwijnt op die plek de rek uit het zwellichaam. Bij een erectie 'trekt' dan de penis krom. Meestal richting de buik, maar kan ook in andere richtingen. Vaak wordt de penis ook korter of dunner door de aandoening.
Uw huisarts of specialist kan u verwijzen naar Urologie. Na de verwijzing heeft u eerst een afspraak. Tijdens uw bezoek aan de polikliniek vertelt de uroloog u over welke operatie voor u het best is, de nabehandeling, mogelijke complicaties en waar het litteken komt. We bespreken ook of u voor de operatie een ruggenprik krijgt, of dat u onder narcose gaat.
Neem naar de afspraak 2 foto's mee van de kromstand van uw penis in erectie: één van boven en één vanaf de zijkant.
De penis wordt na de operatie niet helemaal recht, maar wel recht genoeg om seks te hebben.
U krijgt een afspraakbrief van ons, daarin staat hoe u zich op de behandeling voorbereidt. Soms moet u met bepaalde medicijnen stoppen, bijvoorbeeld.
U krijgt voor deze behandeling een ruggenprik of u gaat onder narcose. U kunt daarom na de behandeling niet alleen naar huis. Regel iemand die u thuis kan brengen. We kunnen ook een taxi bellen voor u.
U gaat voor deze operatie naar het Operatief Dagbehandeling Centrum (ODBC). Meestal is dit op de ochtend van de operatie, soms een dag van tevoren. In de brief staat hoe laat u daar moet zijn.
Kunt u niet komen? Bel ons dan zo snel mogelijk. Het telefoonnummer staat hieronder en in de brief.
U trekt eerst speciale operatiekleding aan. Contactlenzen, bril, gebitsprothese, sieraden en piercings moeten uit of af. Soms krijgt u vooraf al pijnstillers en antibiotica om infecties te voorkomen. In de voorbereidingskamer krijgt u een infuus. Daarna gaat u naar de operatiekamer. Daar gaat u op de behandeltafel liggen. U krijgt een narcosemiddel via het infuus of een ruggenprik. Dit is van tevoren met u besproken.
Er zijn 2 mogelijke operaties:
We maken eerst een snee in de lengte in het zwellichaam. Dit doen we op de plek tegenover de plek waar het littekenweefsel zit. De snee maken we overdwars weer dicht met hechtingen. Zo wordt de penis recht. Om te kunnen zien of het resultaat goed is, brengen we de penis tijdens de operatie een paar keer kunstmatig in erectie. Na deze operatie is de penis korter.
Een andere mogelijke operatie is het insnijden van de plaats van de littekens. Er ontstaat dan een gat in het zwellichaam. Daar hechten we een soort lapje in. Om te kunnen zien of het resultaat goed is, brengen we de penis tijdens de operatie een paar keer kunstmatig in erectie.
Als de operatie klaar is krijgt u hechtingen. Die lossen na een paar weken vanzelf op.
Vaak doen we bij beide operaties tegelijk ook een besnijdenis. De voorhuid kan anders te krap worden, wat pijn doet aan de eikel. De uroloog haalt de voorhuid weg. Als dat klaar is krijgt u rond de eikel hechtingen.
De operatie duurt ongeveer 90 minuten.
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent gaat u naar de verpleegafdeling. U heeft een infuus om voldoende vocht binnen te krijgen. Als het eten en drinken weer goed gaat, mag het infuus weg. Dit is meestal de volgende dag.
Na de operatie krijgt u een drukverband rond de penis. Omdat u dan niet zelf kan plassen, krijgt u tijdens de operatie een katheter in de plasbuis. Meestal mag het drukverband en de katheter de dag na de operatie weg.
Als u goed kunt plassen mag u naar huis. Meestal is dit na 1 tot 2 dagen. Voordat u naar huis gaat komen de uroloog, de anesthesioloog en de verpleegkundige nog met u praten.
Bel ons als:
De eerste 24 uur na ontslag uit het ziekenhuis belt u naar de polikliniek Urologie: (050) 361 21 67. Buiten werktijden (8.00-16.30 uur) belt u naar het nummer (050) 361 61 61 en vraagt u naar de uroloog die dienst heeft.
Bent u al langer dan 24 thuis en heeft u problemen of klachten? Bel dan de huisarts. Die belt ons als dat nodig is.
Als u naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek Urologie. Deze controle is meestal 2 maanden na de operatie.
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. mogelijke complicaties bij deze operatie zijn:
De operatie waarbij de plaats van de littekens worden ingesneden heeft grotere risico's:
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. mogelijke complicaties bij deze operatie zijn:
De operatie waarbij de plaats van de littekens worden ingesneden heeft grotere risico's:
U kunt de polikliniek Urologie bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.