De nieren filteren het bloed. Het verwijdert zo afvalstoffen, zout en water uit het bloed. U plast dit vervolgens uit. Als de nieren niet goed werken, blijven de stoffen zitten. Hier kunt u erg ziek van worden. Hemodialyse is dan een van de mogelijke behandelingen.
Wanneer hemodialyse?
We doen hemodialyse bij chronisch nierfalen. Of als uw nieren plotseling minder goed werken. Bijvoorbeeld doordat u erg ziek bent geweest. Dit noemen wij acuut nierfalen. De nieren werken dan minder dan 10%.
Hoe werkt hemodialyse?
Hemodialyse gebeurt met een 'kunstnier'. Deze kunstnier filtert het bloed en haalt de afvalstoffen, zout en water voor een groot deel eruit. Hiervoor wordt u op een hemodialysemachine aangesloten. Via een slangetje in een bloedvat gaat het bloed naar de kunstnier en weer terug. Dit heet ook wel een dialysekatheter of centraal veneuze katheter en zit meestal in de hals. Een andere mogelijkheid is een shunt. Dit is een verbinding tussen een slagader en een ader. Hiervoor is eerst een operatie nodig. Meestal krijgt u een shunt als al een tijdje duidelijk is dat u uiteindelijk een dialysebehandeling krijgt. Of als acuut nierfalen niet meer over gaat. Dit noemen we chronisch nierfalen. U heeft dan blijvend hemodialyse nodig.
Het lukt niet om alle afvalstoffen uit het bloed te halen. Daarom houdt iedereen wel klachten, maar minder dan zonder hemodialyse. Klachten zijn bijvoorbeeld bijna niet meer plassen, jeuk of vermoeidheid.