Chordotomie: behandeling tegen erge pijn bij kanker

Een chordotomie is een behandeling tegen erge pijn bij kanker aan 1 kant van het lichaam. Na de behandeling heeft iemand vaak veel minder pijn of is de pijn zelfs helemaal weg.

Bij een chordotomie onderbreken we de lange zenuwbanen in het ruggenmerg. Deze zenuwbanen geven de pijnprikkels door aan uw hersenen. Door de banen te onderbreken voelt u de pijn niet meer. Dit blijft zo. Het onderbreken van deze lange zenuwbanen doen we door een warme naaldpunt in de zenuwbaan te plaatsen. We noemen dit ook wel warmtebehandeling.

De pijnbanen in het ruggenmerg kruisen elkaar. Daarom doen we de behandeling aan de rechterkant als u links pijn heeft en andersom.

Wanneer doen we een chordotomie?

De behandeling is mogelijk voor patiënten:

  • met pijn aan één kant van het lichaam, lager dan de bovenkant van de schouder
  • waarbij pijnstillers niet goed genoeg werken of (te veel) bijwerkingen geven
  • waarbij de pijn niet op een andere manier goed te behandelen is

Voorbeelden van vaak voorkomende ziektes met pijn waarbij een chordotomie mogelijk is zijn asbestkanker, longkanker, darmkanker, borstkanker of uitzaaiingen naar het bot.

De behandeling is niet mogelijk bij patiënten met:

  • bloedstollingsstoornissen en/of infecties
  • heel erge pijn aan beide kanten van het lichaam
  • pijn in het gebied tussen het geslachtsdeel en anus, dit zijn perineale pijnklachten
  • ademhalingsstoornissen
  • pijn boven de schouder

Eerste gesprek

Een paar dagen voor de behandeling heeft u een intakegesprek met de anesthesioloog-pijnspecialist. Tijdens dit gesprek kijken we of de behandeling chordotomie bij u mogelijk is. Als dat zo is krijgt u uitleg over hoe de behandeling gaat en wat er van u verwacht wordt. Laat het ons weten als:

  • u bloedverdunnende medicijnen gebruikt
  • u allergisch bent voor bepaalde medicijnen, contrast- of huisontsmettingsmiddelen

De arts bespreekt dan met u de mogelijkheden.

De behandeling stap voor stap

  1. U krijgt u een afspraakbrief en informatie van ons. Daarin staat hoe u zich op de behandeling voorbereidt.

  2. Voor de behandeling gaat u naar het UMCG Pijncentrum, UMCG Beatrixoord.

  3. De verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer en neemt u mee naar de voorbereidingsruimte. U krijgt een operatiehesje aan en u gaat op een bed liggen. Van de verpleegkundige krijgt u een infuus. Via dat infuus krijgt u antibiotica. Daarna gaat u in bed naar de behandelkamer. Als u iemand bij u heeft mag die persoon bij u zijn totdat u naar de behandelkamer wordt gebracht.

    Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op de behandeltafel. We sluiten u aan op een monitor die uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed controleert. U ligt met uw hoofd in een speciale hoofdsteun. Dit is om ervoor te zorgen dat u tijdens de behandeling niet met uw hoofd beweegt.

    U krijgt een plaatselijke verdoving en een steriele doek over de zijkant van uw hoofd. De anesthesioloog-pijnspecialist plaatst een naald vlak onder het oor in uw hals. Met röntgenapparatuur plaatsen we de naald op de precieze plek. Met contrastvloeistof zoeken we het ruggenmerg op. Daarna plaatsen we een tweede naald in het ruggenmerg.

    Met een test controleren we of de naald op de juiste plek zit. De anesthesioloog-pijnspecialist vraagt u of en wat u voelt in uw lichaam en aan welke kant. Als de naald goed zit start de warmtebehandeling. Daarmee onderbreken we de zenuwbanen. Na de warmtebehandeling doen we testen met ijs en een pijnprik. Zo controleren we of u veranderingen voelt in warmte- en koudeprikkels en of u scherp en stomp anders ervaart. Soms is de pijn niet in 1 keer weg. Dan doen we de testen en warmtebehandeling nog een keer. De behandeling duurt ongeveer 1 uur. U merkt snel dat de behandeling werkt. De pijn is weg of minder.

  4. Na de behandeling brengen we u naar de nazorgkamer. Omdat u na de behandeling plat moet liggen, brengen wij u met de ambulance naar de uitslaapkamer in het UMCG. Hier blijft u 24 uur. Daarna gaat u een paar dagen naar een verpleegafdeling. Hoe lang u op de verpleegafdeling blijft hangt af van hoe het met u gaat. Een arts van de anesthesiologie komt tijdens de opname elke dag bij u langs om te kijken hoe het met u gaat.

    Omdat de pijn na uw behandeling weg of minder is, past uw arts na de chordotomie uw pijnmedicijnen aan.

Bijwerkingen

Bij elke behandeling kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de behandeling zelf goed is gegaan. Bijwerkingen die u kunt krijgen zijn:

  • U kunt last krijgen van nekpijn aan de kant als de verdoving is uitgewerkt. Dit komt door een bloeduitstorting die bij het prikken kan ontstaan. Dit gaat altijd vanzelf weer over en is goed te verhelpen met paracetamol.
  • Soms is de zenuw naar uw achterhoofd geïrriteerd door de prik. Dit kan tijdelijk hoofdpijn geven aan de achterkant van uw hoofd. Paracetamol kan hierbij helpen. Hoofdpijn kan ook ontstaan door het gebruikte contrastmiddel. Ook hiervoor helpen pijnstillers.
  • Na de behandeling kan er een zwelling (oedeem) van het ruggenmerg ontstaan. Dit merkt u doordat u minder kracht heeft aan de kant waar u de prik heeft gehad. U kunt hierdoor ook moeite hebben met plassen, waarvoor soms een blaaskatheter nodig is. Dit gaat vanzelf weer over.
  • U kunt pijn hebben aan de kant van uw lichaam waar u niet behandeld bent. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het zou bijvoorbeeld pijn kunnen zijn die er al was maar door de behandelde hevige pijn niet eerder gevoeld werd.

Tips voor thuis

Na de behandeling is het gevoel van pijn, warmte en koude blijvend verdwenen aan 1 kant van het lichaam. Wees daarom voorzichtig met het oppakken van hete of koude voorwerpen. Het is verstandig om binnen- en buitenshuis op schoenen te lopen. U ervaart geen pijn meer, als u met uw voet ergens in trapt. Al het andere gevoel verandert niet, dus u voelt nog steeds aanraking en druk.