Behandeling bij buigpeesletsel

Bij buigpeesletsel zijn 1 of meer buigpezen in de hand kapot of voor een deel gescheurd. Hierdoor kunt u 1 of meer vingers niet meer goed buigen. Dit heet ook wel flexorpeesletsel. De behandeling bestaat uit een operatie en daarna revalidatie.

De buigpezen of flexorpezen zitten aan de binnenkant van de hand. Door een ongeluk kunnen deze kapot gaan of voor een deel scheuren. Bij peesletsel zijn er 3 verschillende operaties mogelijk: 

  • De gescheurde peesuiteinden weer aan elkaar hechten. Dit kan vaak als het peesletsel door een ongeluk is gekomen.
  • De gescheurde pees aan een gezonde pees op een andere plaats in de hand hechten.
  • Een gezonde pees uit de arm of hand verplaatsen en vasthechten aan het afgescheurde peesuiteinde.

Welke operatie het meest geschikt is, hangt af van uw situatie. De arts bespreekt dit samen met u.

Eerste gesprek

U heeft voor een afspraak altijd een verwijzing naar het Hand- en Polscentrum nodig van uw huisarts of medisch specialist. Tijdens het eerste gesprek krijgt u informatie over de behandeling, de nabehandeling en de mogelijke problemen na de behandeling.

De behandeling stap voor stap

  1. U krijgt een afspraakbrief en informatie van ons voor de operatie. Daarin staat hoe u zich op de behandeling voorbereidt. Ook heeft u voor de operatie een afspraak met de anesthesioloog over de verdoving. Hiervoor gaat u naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA). U kunt na de operatie niet zelf naar huis. Vraag daarom iemand die u thuis kan brengen.

  2. Voor de operatie gaat u naar Operatief Dagbehandeling Centrum (ODBC). Meestal kunt u dezelfde dag weer naar huis. Soms wordt iemand een paar dagen opgenomen in het ziekenhuis. Uw arts bespreekt van tevoren wat voor u het beste is.

  3. U krijgt eerst uitleg over de behandeling. Daarna gaat u naar de operatiekamer. Tijdens de operatie verdoven we uw hele arm. U krijgt daarvoor een prik met een verdovende vloeistof in uw hals of oksel. Uw arm voelt daarna warm en zwaar aan. Het gevoel in uw arm verdwijnt, en kunt u uw arm niet meer bewegen. Veel patiënten zeggen dat dit voelt alsof de arm rechtop staat of op de buik ligt.

    Daarna krijgt u een band om uw bovenarm. Die pompen we op. Dit lijkt op een bloeddrukmeting. De band zorgt ervoor dat het bloed niet meer door de arm kan stromen en de bloedvaten leeg blijven. De arts haalt de band meteen na de operatie weer weg.

    We maken een snee in de hand, zodat we goed bij de kapotte pees kunnen. We hechten de buigpees op 1 van de 3 mogelijke manieren. Zodra dat klaar is, hechten we de wond en krijgt u een gipsverband. We halen de band weer van de bovenarm, zodat het bloed weer in de arm kan stromen.

  4. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Uw hand ligt op een kussen dat wat hoger ligt dan de rest van uw lichaam. Zo wordt uw hand niet dik. Als de verdoving uitgewerkt raakt en u pijn krijgt, kunt u om pijnstillers vragen. Als het goed met u gaat, gaat u naar huis of naar de verpleegafdeling.

    Naar huis

    Na de operatie mag u uw hand een poosje niet gebruiken. U heeft daarom misschien hulp nodig thuis. Voor u naar huis gaat, bespreekt een verpleegkundige de mogelijkheden voor hulp met u.

  5. U heeft 5 tot 7 dagen na de operatie een afspraak voor controle bij de plastische chirurg. 10 tot 14 dagen na de operatie komt u nog een keer langs. Dan halen we de hechtingen weg.

  6. 3 tot 5 dagen na de operatie heeft u een afspraak bij de handtherapeut. De handtherapeut maakt een spalk die om uw hand past. Het maken van de spalk duurt 1 tot 2 uur. Trek kleding aan met wijde mouwen, zodat de spalk hier doorheen past.

    De spalk voorkomt dat er te veel rek en te veel kracht op de pees komt. U moet de spalk minstens 4 weken lang, 24 uur per dag dragen. De spalk mag niet nat worden. Draag daarom tijdens het douchen een plastic zak om de spalk.

    U heeft elke week handtherapie. Hiervoor gaat u naar polikliniek Vorm en Beweging of naar een handtherapeut bij u in de buurt. Dit bespreken we van tevoren met u. U krijgt ook oefeningen voor thuis. Het is belangrijk dat u de oefeningen doet.

    De handtherapie bestaat 4 fases:

    Fase 1: week 1 t/m 4 na de operatie

    De eerste 4 weken na de operatie draagt u de spalk dag en nacht. U mag de spalk niet zelf afdoen, behalve wanneer we u daar toestemming voor geven. U mag uw hand niet gebruiken. In deze periode komt u 1 of 2 keer per week bij de handtherapeut.

    Fase 2: week 5 en 6 na de operatie

    Het gebruik van de spalk bouwen we in deze weken langzaam af. U mag uw hand weer voor lichte dingen gebruiken. Daarnaast geeft de handtherapeut u andere oefeningen. 's Nachts draagt u de spalk nog. In deze periode komt u 1 of 2 keer per week bij de handtherapeut.

    Fase 3: week 7 en 8 na de operatie

    In deze fase hoeft u de spalk niet meer te dragen. Behalve in een drukke omgeving en risicosituaties. In deze periode komt u 1 keer per week bij de handtherapeut.

    Fase 4: vanaf 9 weken na de operatie

    U mag uw hand weer helemaal gebruiken. U kunt weer gaan fietsen, autorijden en werken. De behandeling bij de handtherapeut is klaar.

    De totale behandeling duurt ongeveer 12 weken.

Bijwerkingen en risico's

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Wat voor kan komen:

  • gezwollen hand of pols. Dit komt vaak voor, maar gaat na een tijdje vanzelf weg
  • nabloeding of infectie. Dit komt bijna nooit voor
  • Stijve gewrichten. Soms zijn de gewrichten stijf na de operatie. Meestal gaat dit over door het gebruik van een spalk. En de oefeningen die u krijgt. pezen gaan vast zitten in het littekenweefsel
  • De geopereerde pees knapt. Meestal is dan een nieuwe operatie nodig.

Wanneer bellen

Bel ons als:

  • u koorts krijgt (hoger dan 38,5 graden)
  • u erge pijn heeft aan uw hand
  • er etter uit de wond komt

Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 14 84. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de plastisch chirurg die dienst heeft.

Heeft u nog vragen?

U kunt polikliniek Vorm en Beweging bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur. U kunt ook een e-mail sturen.

Heeft deze informatie je geholpen?