De voorzieningenrechter deed vandaag uitspraak in de rechtszaak van UMC Utrecht en CAHAL (Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden) tegen het ministerie van VWS.

'Maak start met transitieproces'

De voorzieningenrechter ziet geen reden het eerder genomen besluit over de concentratie van de kinderhartzorg in Rotterdam en Groningen te schorsen, zoals UMC Utrecht en CAHAL verzochten. De rechter voegt aan de uitspraak toe dat hij het urgent vindt dat de UMC’s een start maken met het transitieproces.

Waar ging de rechtszaak over?

UMC Utrecht en CAHAL vroegen 11 juli jl. aan de rechtbank om ‘de pauzeknop’ in te drukken bij de uitvoering van het besluit van de minister om de zorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking in Rotterdam en Groningen te concentreren. Dat besluit wordt in november inhoudelijk behandeld in een bodemprocedure. De pauzeknop zou ervoor moeten zorgen dat er in de tussentijd, dus tussen nu en de uitspraak in de bodemprocedure, geen onomkeerbare stappen gezet worden in de concentratie van zorg.

De voorzieningenrechter heeft VWS in het gelijk gesteld: het besluit hoeft niet te worden opgeschort. Dit betekent dat de betrokken UMC’s verder kunnen met de voorbereidingen voor het concentreren van kinderhartzorg in Rotterdam en Groningen.