​De term komt langs in wetenschapsnieuws, maar ook in cosmeticareclame en in voedingsadviezen: het microbioom is hot. Maar wat is het microbioom precies, en wat weten we erover? Rinse Weersma, hoogleraar maag- darm- leverziekten in het UMCG, praat ons bij over de wetenschappelijke stand van zaken.

In en op je lichaam zitten zo’n honderd miljard micro-organismen; honderden verschillende soorten bacteriën, schimmels en virussen. Op de huid, in de mond, in de vagina, en vooral in de darm. Samen vormen ze het microbioom. Een mens bestaat uit evenveel bacteriën als menselijke cellen.

In balans

Het microbioom heeft een aantal belangrijke functies: het verteert ons eten, het bouwt aminozuren, vitamines en korte-keten vetzuren, die belangrijk zijn voor het darmslijmvlies, en het traint ons immuunsysteem. Weersma: “Het microbioom is belangrijk bij de bescherming tegen infecties van buitenaf.” Maar raakt dat systeem uit balans, dan wordt het gemakkelijker voor een ziekteverwekker om toch toe te slaan.

“Doordat de micro-organismen op diverse plekken van ons lichaam zitten, kunnen ziekteverwekkers daar minder makkelijk een plek vinden. Mocht een ziekteverwekker ergens tóch een plekje vinden, dan zorgt het afweersysteem voor een goede verdediging. Zo werken het microbioom en het afweersysteem samen om ons te beschermen tegen infectieziekten”, zegt Weersma. 

Maagzuurremmers

De samenstelling van het microbioom verschilt tussen mensen onderling, en verandert met de tijd. Bijvoorbeeld voor het gebruik van bepaalde medicijnen, zo bleek uit UMCG-onderzoek. “Dat geldt voor antibiotica, maar ook voor een bepaald type maagzuurremmer, namelijk de protonpompremmers.” Dit is een van de meest voorgeschreven  medicijnen ter wereld.

“Doordat mensen die deze maagzuurremmers gebruiken minder maagzuur hebben, kunnen bacteriën die normaal gesproken in de mond leven of in voedsel zitten, ook in de darmen terecht komen. Het microbioom verandert hierdoor waarbij het er op lijkt dat de samenstelling minder gunstig wordt. Gebruikers van deze maagzuurremmers kunnen hierdoor bijvoorbeeld  last krijgen van bacteriële ontstekingen van de darm.”

Weersma vermoedt dat er zo’n 2 miljoen mensen in Nederland deze maagzuurremmers gebruiken, voor een deel op recept. “De middelen zijn zeer effectief en worden gebruikt voor verschillende aandoeningen zoals maagzweren of zuurbranden, maar artsen moeten strikter zijn in het voorschrijven van deze medicijnen bij bijvoorbeeld buikklachten waar deze middelen niet specifiek voor bedoeld zijn.  En, nog belangrijker: mensen op tijd laten stoppen met de medicijnen. Vaak blijven mensen ze maar gebruiken, terwijl het niet meer nodig is.”

Effect op immunotherapie

Er wordt veel onderzoek gedaan naar het microbioom. In het UMCG, zoals het onderzoek waaruit bleek dat het microbioom een directe invloed heeft op de suikerstofwisseling en het risico op diabetes, maar ook wereldwijd.

“Onlangs is er een internationale studie gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift waaruit blijkt dat er een verband is tussen de darmflora en immunotherapie bij kanker. Het lijkt erop dat hoe een tumor reageert op immunotherapie, bijvoorbeeld bij kwaadaardige huidkanker, afhankelijk is van de darmflora”, zegt Weersma. 
 
Door technische ontwikkeling is het mogelijk om te onderzoeken wat alle verschillende soorten bacteriën precies doen. Weersma: “Vroeger werd er één bacterie in een petrischaaltje gekweekt. Nu kunnen we met DNA-sequencing alle DNA uit poep ontleden en zo in beeld brengen welke honderden verschillende bacteriën in de poep – en dus ook in darm – zitten.”

Hierdoor kan het microbioom als ecosysteem worden bestudeerd, en de rol van het microbioom bij bepaalde ziekten worden onderzocht. In de laatste vijf tot tien jaar is er veel aandacht en meer inzicht gekomen.

“Bijvoorbeeld het inzicht dat er grote verschillen zitten tussen de darmflora van gezonde mensen en mensen met een chronische darmziekte zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa. Zij hebben veel minder van bepaalde bacteriën waarvan we denken dat ze helpen bij een goede darmfunctie, bijvoorbeeld door het maken van korte-keten verzuren, en meer ziekteverwekkende bacteriën.”

Poeptransplantatie

Er zijn inmiddels ook mogelijkheden om de samenstelling van de darmflora beïnvloeden, bijvoorbeeld door transplantaties met poep uit gezonde darmen. Weersma: “Er is een Nederlandse poepbank in Leiden, en uit Nederlands onderzoek blijkt dat poeptransplantatie bij de darminfectie Clostridium difficile heel succesvol is. Deze infectie veroorzaakt diarree en is vooral een probleem in zorginstellingen, waar mensen wonen die een lage weerstand hebben.

“De infectie is moeilijk met antibiotica te behandelen, maar met één kuur met poep van gezonde darmen is de infectie verholpen. In Nederland is er een studie gestart naar het effect van poeptransplantatie bij mensen met de chronische darmziekte colitis ulcerosa, waaraan ook het UMCG meedoet.

“We doen ook studies naar de hoe de samenstelling van het microbioom bij de ziekte van Crohn in de tijd verandert en wat de rol van bijvoorbeeld het dieet of andere factoren is. Mensen met deze ziekte verzamelen een jaar lang wekelijks een poepsample. Crohn is een chronische ziekte, met opvlammingen, we willen kijken of er veranderingen zijn in het microbioom als er opvlammingen zijn.”

Meer onderzoek naar de darm

UMCG-onderzoekers kregen in 2018 samen met onderzoekers van andere UMC’s de Zwaartekrachtsubsidie van bijna 19 miljoen euro, waarmee ze de komende 10 jaar onderzoek kunnen doen naar miniatuurorganen op een chip. De UMCG-onderzoekers richten zich op de ‘darm op een chip’: de miniversie van de darm.