Blaasfunctieonderzoek bij kinderen

Een blaasfunctieonderzoek is een onderzoek waarmee we kunnen zien hoe de blaas, bekkenbodemspieren en de sluitspier van je blaas werken. Dit onderzoek noemen we ook wel een uro-dynamisch onderzoek.

We doen dit onderzoek als je moeilijk kunt plassen of soms je plas verliest. Het onderzoek doen we in 2 stappen, als de blaas vol loopt met plas en bij een volle blaas.

Als de blaas volloopt, meten we de:

  • blaasinhoud, dus hoeveel plas er in de blaas past
  • druk in de blaas

Bij een volle blaas meten we:

  • hoe snel de plas uit de blaas stroomt
  • de druk in de buik
  • de bekkenbodemspieren

Soms combineren we het blaasfunctieonderzoek met röntgenfoto’s. Dan heet het een VUDO: video-urodynamisch onderzoek.

Het onderzoek stap voor stap

  1. Je krijgt een afspraakbrief en informatie van ons. Hierin staat hoe u zich op het onderzoek voorbereidt. Om te voorkomen dat je ziek wordt van het onderzoek, krijg je medicijnen(antibiotica). Dit kan een drankje zijn of tabletten. De dokter vertelt je hoelang je deze medicijnen moet gebruiken.

    Bij de brief zit een lijst. Op die lijst houdt je in de week vóór het onderzoek en paar dagen bij bij hoe je plast. Je vult in hoeveel je drinkt en hoeveel je plast. Neem de ingevulde lijsten mee naar de afspraak op de polikliniek.

  2. Voor het UDO ga je naar de polikliniek Urologie. Voor een VUDO ga je naar het interventiecentrum Urologie. In de brief staat waar je moet zijn.

  3. Voor het onderzoek trek je je ondergoed uit. Het onderzoek bestaat uit een paar kleinere onderzoeken:

    1. Je plast eerst op een speciaal toilet. Zo meten we de kracht van de straal. Na het plassen controleren we met een echoapparaat of er nog urine in jouw blaas zit. Dat zien we met een echo van je onderbuik. Als er nog plas in jouw blaas zit, zien we dit op het beeldscherm.
    2. Daarna ga je op een speciale stoel zitten, je ligt een klein beetje achterover. Je krijgt dunne, flexibele slangetjes (katheters) in de anus en in de blaas. Zo kunnen we de druk meten. Heb je geen anus, dan krijg je een slangetje in de vagina of darmstoma. Het inbrengen van het slangetje in de blaas gaat via de urinebuis. Bij jongens kan dit pijnlijk zijn, meisjes hier meestal geen last van. Als je een katherisatiekanaal hebt, gaat het slangetje via het kanaal tot in de blaas. Daarna plakken we de slangetjes met pleisters vast. Bij de anus plakken we een paar extra plakkers. Deze pleisters meten de activiteit van de bekkenbodemspieren. Zo kunnen we zien of deze spieren ontspannen zijn tijdens het plassen, of niet.
    3. Daarna zetten we de stoel eerst in een andere stand zodat je zit. Via het slangetje vullen we de blaas langzaam met water. We vragen je wat je voelt, als de blaas vol raakt. Als jouw blaas vol is, probeer je langs het slangetje te plassen. Meestal vullen we de blaas nog een keer en doen we het onderzoek nog een keer.

    Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 1 uur.

    Blaasfunctieonderzoek met röntgenfoto's

    Soms maken we tijdens het blaasfunctieonderzoek röntgenopnames. We vullen de blaas dan met contrastvloeistof. Jouw blaas, plasbuis en de nieren zijn dan te zien op de röntgenfoto.

  4. Je kunt na het onderzoek weer naar huis. Drink na het onderzoek de eerste 24 uur veel water, om te voorkomen dat je een blaasontsteking krijgt.

    Het plassen kan wat vervelend voelen. je kunt ook een beetje bloed verliezen bij het plassen. En het gevoel hebben wat vaker te moeten plassen. Als je goed drinkt, is dit de volgende dag weer over. Soms duren de klachten iets langer.

    Wanneer bellen?

    Heb je na een paar dagen nog pijn, krijg je koorts of moet je heel vaak plassen, bel dan met je huisarts.

  5. Tijdens de controleafspraak op de polikliniek bespreken we de uitslag van het onderzoek met jou en je ouders. We spreken dan ook met je af welke behandeling mogelijk is.

Veiligheid van het onderzoek

Bij een blaasfunctieonderzoek met röntgen opnames (VUDO) gebruiken we radioactieve contractvloeistof. Dit is zo weinig, dat de stof binnen 30 minuten na het onderzoek al weer uit jouw lichaam is. Je geeft geen radioactiviteit af voor jouw omgeving, en je hebt geen bijwerkingen.

Betere zorg door samenwerking

Jouw artsen en verpleegkundig specialisten werken altijd samen. Zo kijken er altijd meerdere mensen naar onderzoeksresultaten, en stellen we de diagnose na intensief overleg in jouw behandelteam.

Heb je nog vragen?

Je kunt de polikliniek Urologie bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.