Smaakverandering en -verlies
Veel mensen krijgen door een ziekte of de behandeling ervan te maken met smaakverandering of -verlies. Kankerpatiënten die chemotherapie, doelgerichte therapie of radiotherapie in het hoofd-halsgebied krijgen, hebben tijdens of na de behandeling vaak smaak- of reukklachten. Door neurologische ziektes, metabole ziektes en infecties, zoals COVID-19 kan iemand ook smaakproblemen krijgen. Ook bepaalde medicijnen kunnen problemen met de smaak geven. Bijvoorbeeld medicijnen zoals antibiotica, anti-emetica en antihypertensiva. Ook ouder worden en roken maken de kans op smaakproblemen groter.
Als u smaakproblemen heeft die niet meer overgaan, dan kunt u een smaaktest doen. Smaakproblemen zijn bijvoorbeeld:
- weinig of niets meer proeven en/of ruiken
- anders proeven, een ijzer-achtige smaak
- heel gevoelig zijn voor smaken en/of geuren
Uw arts in het UMCG kan u verwijzen naar de diëtist voor een smaaktest. De smaaktest is ontwikkeld om te onderzoeken welke smaken iemand met smaakverandering of -verlies wel en niet lekker vindt. Hierbij kunnen we ook de temperatuur of de structuur van voeding aanpassen om te ontdekken wat beter smaakt.