U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer. Hier houden we uw bloeddruk, het zuurstofgehalte in uw bloed en uw hart in de gaten. Bij misselijkheid of pijn krijgt u medicijnen. U heeft een infuus. Soms heeft u ook drains. Dit zijn slangetjes waarmee bloed en wondvocht worden afgevoerd.
Als alles goed gaat, gaat u naar de verpleegafdeling. We halen het infuus en eventuele drains weg als u heeft geplast, de wond niet meer bloedt en u goed eet en drinkt. U leert hoe u zelf een middel tegen trombose spuit. Dit middel moet u tot 6 weken na de operatie gebruiken.
Als u zich goed genoeg voelt, mag u of dezelfde avond of de dag na de operatie naar huis. U krijgt een drukverband om uw wond. Dat mag er na 24 uur af. Daarna gebruikt u een gaasje of pleister. Als het gaasje of de pleister is doorgelekt, doet u een nieuwe op de wond. Als de wond 3 dagen droog is, mag u weer douchen. U kunt nog niet in bad omdat de wond dan week wordt. U krijgt een recept mee voor medicijnen tegen de pijn.
Als u aan een been geopereerd bent, loopt u de eerste 6 weken met elleboogkrukken. U mag uw geopereerde been maar met de helft van uw gewicht belasten. Dit om een botbreuk te voorkomen. Soms mag u uw been nog minder belasten. U kunt krukken lenen bij een thuiszorgorganisatie.
Als u aan een arm geopereerd bent, mag u 6 weken niet tillen. U krijgt een draagband om uw arm te ondersteunen.