Behandeling van een triggervinger

Bij een triggervinger schokt de vinger bij het buigen of strekken. Dit kan pijn doen of vervelend voelen. Soms is het ook niet mogelijk om de gebogen vinger weer recht te krijgen. Een triggervinger kan bij alle vingers en de duim voorkomen.

In de onderarm lopen vanuit de spieren pezen naar de vingers. Als de spieren samentrekken, trekken ze via de pezen de vingers krom. Die pezen lopen door een soort tunneltjes. Dat noemen we ook wel peesscheede of pulleys. Als een pees geïrriteerd of ontstoken is, wordt hij dikker. De pees kan dan niet meer goed door de peesschede glijden. Het is dan lastig om de vinger te buigen of te strekken. Dit heet een triggervinger. Ook wel een hokkende vinger of een springvinger genoemd.

Hoe ontstaat een triggervinger?

Een triggervinger ontstaat door een geïrriteerde pees. Een pees kan ontstoken raken door bijvoorbeeld overbelasting. De kans op een triggervinger is groter bij mensen met suikerziekte, Carpaal tunnel syndroom, ziekte van Dupuytren, reuma of een te traag werkende schildklier.

Eerste gesprek 

U heeft voor een afspraak altijd een verwijzing naar het Hand- en Polscentrum nodig van uw huisarts of medisch specialist. Tijdens het eerste gesprek vragen we naar uw klachten. En doen we een lichamelijk onderzoek aan uw hand. We bespreken de mogelijke behandelingen, de nabehandeling en de problemen die na de behandeling kunnen ontstaan.

Behandeling triggerfinger

Een triggerfinger kan vanzelf overgaan. Als dat niet zo is, behandelen we een triggerfinger eerst met een spalk (6 weken, 24 uur per dag) of een injectie. Als dat niet goed genoeg helpt, doen we een operatie.

De behandeling stap voor stap

  1. U krijgt een afspraakbrief met informatie van ons. Daarin staat hoe u zich op de operatie voorbereidt.

  2. U gaat voor de operatie meestal naar het Operatief Dagbehandeling Centrum (ODBC)

  3. U ligt op een behandeltafel. U krijg met een prik een plaatselijke verdoving in uw hand. U krijgt daarna een band om uw bovenarm. Die pompen we op. Dit lijkt op een bloeddrukmeting. De band zorgt ervoor dat het bloed niet meer door de arm kan stromen en de bloedvaten leeg blijven. De arts haalt de band meteen na de operatie weer weg.

    De chirurg maakt een snee van ongeveer 1,5 cm in uw handpalm en snijdt de pulley in de lengte open. De verdikte pees heeft zo weer ruimte om te bewegen. Daarna hechten we de wond. U krijgt een stevig verband om de hand.

    De operatie duurt ongeveer 15 minuten.

  4. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. U heeft een stevig verband om de hand. Uw arm ligt op een kussen dat wat ligt hoger dan de rest van uw lichaam. Zo wordt uw hand niet dik. 

    Naar huis

    U hoort van de arts wanneer u van de uitslaapkamer af mag. Dit hangt af van hoe goed u zich voelt. Meestal kunt u dezelfde dag weer naar huis. 

    U heeft een verband om uw hand. Dit mag niet nat worden. Douche daarom met een plastic zak om uw hand. U mag 2 dagen na de operatie het verband weghalen. Daarna plakt u een kleine waterafstotende pleister op de wond. Hiermee mag u gewoon douchen. Zwemmen is niet verstandig, zwemwater is meestal niet schoon genoeg.

  5. Een week na de operatie heeft u een afspraak voor controle bij Plastische chirurgie. Deze afspraak krijgt u direct na de operatie mee. Tijdens dit bezoek controleert de plastisch chirurg de wond en hoe goed de hand werkt. We halen dan ook de hechtingen weg. 

  6. Na de operatie krijgt u oefeningen mee om uw vinger te bewegen. Het is belangrijk dat u daar direct mee start. Het duurt ongeveer 6 weken voordat u iets stevig kunt vastpakken, zonder dat u last heeft van uw vinger. Het littekentje heeft wel 3 maanden nodig om soepel te worden.

    Als u een grotere kans heeft op stijve gewrichten dan krijgt u een afspraak bij de handtherapeut. Deze kans is groter als u bijvoorbeeld diabetes heeft, of als uw hand erg stijf is bij de eerste controle. De handtherapeut helpt u met extra oefeningen. Ook kan de handtherapeut een spalk maken om de vinger soepeler te laten bewegen. 

  • Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties.

    Mogelijke complicaties:

    • gezwollen hand of pols vlak na de operatie. Dit komt vaak voor, maar gaat na een tijdje vanzelf weg
    • infectie. Dit komt bijna nooit voor
    • beschadiging van de zenuwen in de huid. Hierdoor kan een klein stukje van uw huid gevoelloos worden. Dit gebeurt bijna nooit. Als het wel gebeurt, gaat het bijna altijd weer over

    Wanneer bellen

    Bel ons als:

    • koorts krijgt (hoger dan 38,5 C)
    • erge pijn aan uw hand heeft
    • er etter uit de wond komt

    Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 14 84. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de plastisch chirurg die dienst heeft.

Bijwerkingen en risico's

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties.

Mogelijke complicaties:

  • gezwollen hand of pols vlak na de operatie. Dit komt vaak voor, maar gaat na een tijdje vanzelf weg
  • infectie. Dit komt bijna nooit voor
  • beschadiging van de zenuwen in de huid. Hierdoor kan een klein stukje van uw huid gevoelloos worden. Dit gebeurt bijna nooit. Als het wel gebeurt, gaat het bijna altijd weer over

Wanneer bellen

Bel ons als:

  • koorts krijgt (hoger dan 38,5 C)
  • erge pijn aan uw hand heeft
  • er etter uit de wond komt

Bellen kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 14 84. Bel op andere dagen of tijden het algemene nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de plastisch chirurg die dienst heeft.

Heeft u nog vragen?

U kunt polikliniek Vorm en Beweging bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur. U kunt ook een e-mail sturen.