Methodes resectie
De resectie kan op twee manieren worden uitgevoerd: via een snee in de buik (open procedure) of via een kijkoperatie (laparoscopische procedure).
Open procedure
Bij de open procedure maakt de chirurg een snee in uw buik vlak onder de ribbenboog. Het is een grote snee, omdat de lever onder de ribben ligt en de chirurg er voor het verwijderen van het aangedane deel wel goed bij moet kunnen.
Er zijn verschillende mogelijkheden om een deel van de lever te verwijderen:
-
wigresectie (het aangedane gedeelte wordt uit de lever gesneden)
-
segmentresectie (het verwijderen van één of meer van de acht segmenten waarin de afwijking zich bevindt)
-
hemihepatectomie (een helft van de lever wordt weggenomen)
-
extended hemihepatectomie links/rechts (verwijderen van een extra grote leverhelft links of rechts)
-
of een combinatie van van bovengenoemde mogelijkheden.
Laparoscopische procedure
In sommige situaties is het mogelijk om de operatie laparoscopisch uit te voeren via kleine sneetjes in de buik. Dit heeft als voordelen dat er kleine littekens overblijven en dat het herstel meestal sneller verloopt.
Succes leverresectie
Het succes van de leverresectie hangt af van:
Rest lever
De restlever groeit binnen een aantal weken weer aan, vaak tot het oorspronkelijke formaat. Het is goed mogelijk te leven met een lever van 30%. Dit komt doordat de restlever gaat groeien na de resectie, als compensatie voor de verwijderde lever.