HartNet: de juiste hartzorg op de juiste plek

Patiënten willen de beste zorg en het liefst ook zo dicht mogelijk bij huis. Voor de hartzorg in Noord-Nederland staat dit onder druk. In Groningen en Drenthe hebben namelijk meer mensen een hartdoening dan in de rest van Nederland. Ook overlijden meer mensen aan hart- en vaatziekten en neemt het aantal mensen dat hartzorg nodig heeft toe.

Positief is dat de behandelmogelijkheden zijn toegenomen. Reden genoeg voor huisartsen, regionale ziekenhuizen en het UMCG om de hartzorg in Noord-Nederland anders te organiseren, in een zogenaamde ‘netwerkorganisatie’.

Dit netwerk heet Hartnet Noord-Nederland. Het uitgangspunt is dat patiënten die hartzorg nodig hebben, zo dicht mogelijk bij huis worden behandeld. Dus bij de huisarts wanneer dat kan, in het dichtstbijzijnde ziekenhuis (MZH, OZG, Treant, WZA) wanneer dat moet en in het UMCG als er een hartoperatie of andere complexe behandeling nodig is.

Michiel Rienstra

Samen met huisartsen, verschillende collega’s in de regionale ziekenhuizen en het UMCG heeft cardioloog Michiel Rienstra gewerkt aan het veranderen van de hartzorg in de regio. “Binnen HartNet Noord-Nederland spreken we samen met de huisartsen af bij wie de patiënt voor welke zorg terecht kan. De samenwerking heeft als doel om op iedere plek dezelfde kwaliteit van zorg te bieden aan de patiënt, zodat deze in heel Groningen en Drenthe is gegarandeerd. Vijf jaar geleden kwamen patiënten vooral via de huisarts bij mij. Nu zie ik bijna alleen nog maar patiënten die via een van de regionale ziekenhuizen bij mij komen. We organiseren de hartzorg nu echt met elkaar.’’

In deze video vertelt cardioloog Robert Tieleman (Martini Ziekenhuis en UMCG) over de oprichting van HartNet.

Video bekijken Scannen

HartNet is georganiseerd volgens de principes van waardegedreven zorg.

Hartzorg bij je eigen huisarts en ziekenhuis

Michiel Rienstra vindt HartNet een hele goede ontwikkeling, maar het is niet eenvoudig: 'Voor iedereen verandert er iets in het werk, ook voor mij. Patiënten kwamen voor een ingrijpende gebeurtenis in hun leven bij mij, en ik deed ook de nazorg en controles. Als cardioloog kon ik zo de levensloop van patiënten volgen. Het is fijn om te weten hoe het met mensen gaat. Die rol ligt nu veel meer bij de huisarts en de cardioloog in het regionale ziekenhuis. Hierdoor heb ik meer en sneller tijd voor patiënten die in het UMCG moeten zijn. Voor de nazorg en controles kan ik goed vertrouwen op onze collega's in de andere ziekenhuizen en de huisartsen. De hartzorg wordt op deze manier beter en goedkoper.'

Regionale zorgpaden

Om dit allemaal goed te laten verlopen hebben we gewerkt met 'regionale zorgpaden'. Dat betekent dat patiënten, ondanks dat ze met verschillende zorgaanbieders te maken, de zorg toch als één geheel ervaren. We gebruiken bijvoorbeeld dezelfde protocollen en dezelfde patiënteninformatie. We wisselen gegevens over patiënten uit, zo voorkomen we dubbele diagnostische onderzoeken en gesprekken. Verder zijn er afspraken over wachttijden zodat patiënten niet lang hoeven te wachten en weten waar ze aan toe zijn.

Elkaar versterken

We waarderen de nieuwe samenwerking waarin we ook continu van elkaar leren. 'Sommige onderdelen van de zorg kunnen we beter overlaten aan anderen, daar zijn zij beter in. In het UMCG kunnen we ons zo richten op de complexe ingrepen. 'Het is heel mooi om te zien dat iedereen in de keten nu op de eigen deskundigheid wordt ingezet en dat we op elkaar kunnen vertrouwen. We versterken elkaar en proberen van elkaar te leren'.

Samen met patiënten

Via spiegelbijeenkomsten of interviews kunnen patiënten meedenken. We bedenken bijvoorbeeld samen hoe je een zorgtraject voor alle patiënten met hartfalen het beste kunt organiseren. Ook patiëntenorganisaties zijn hier nauw bij betrokken. Daarnaast wordt er bij sommige behandelingen met een uitgebreide vorm van Samen Beslissen gewerkt. Patiënten beslissen samen met de verpleegkundige of arts welke behandeling het beste past. Of welke behandeling voor de patiënt de meeste waarde toevoegt. Dat is voor iedere patiënt anders. Michiel vertelt hoe dit in zijn werk gaat:

‘’Patiënten weten alles van hun gezondheidsklachten en hoe deze invloed hebben op hun dagelijks leven. Als arts weet ik welke mogelijkheden er zijn. Ik kan steeds meer vertellen over hoe groepen patiënten bepaalde behandelingen ervaren hebben. En hoe lang ze bijvoorbeeld pijn hebben gehad of hoe snel ze weer op de been waren. Ook weten we meer over medische uitkomsten, bijvoorbeeld hoe vaak een wondinfectie is voorgekomen of een heroperatie. Het is niet zo dat we een soort menukaart aan behandelingen geven, we proberen een behandeling op maat te bieden. We worden goed getraind in deze gesprekken zodat we de mogelijkheden optimaal kunnen schetsen, patiënten goed begrijpen en samen de opties goed kunnen afwegen.”

Zorg bij patiënten thuis

Door deze andere manier van werken, ontstaat er ook ruimte voor vernieuwing. Michiel vertelt dat Samen Beslissen een belangrijke verandering is. Maar ook telemonitoring en monitoring op afstand (van implanteerbare pacemakers of drukmonitors) zijn mooie ontwikkelingen. Hierdoor hoeven patiënten minder vaak naar het ziekenhuis. 'Ook willen we de hartzorg dichtbij de huisarts uitbreiden, voordat er zorg in het ziekenhuis nodig is. Deze vernieuwingen helpen om de zorg dichtbij huis en soms zelfs bij patiënten thuis te organiseren.' Vanuit de samenwerking wordt continu aan wetenschappelijk onderzoek gewerkt om behandelingen verder te verbeteren en meer inzicht in hartziekten te krijgen.

Gezonder leven

Herstel heeft een belangrijke plek binnen de hartzorg. Het gaat uiteindelijk om kwaliteit van leven. Leefstijl is dan ook een belangrijk onderwerp in de zorgtrajecten. 'Soms kan het helpen als patiënten hun leefstijl aanpassen om hartklachten in de toekomst te voorkomen of om zich gewoon fitter te voelen. Je leefstijl aanpassen is niet gemakkelijk. Daarom helpen we hierbij. Ook hier geven patiënten zelf aan wat belangrijk is in hun leven. De ene patiënt heeft meer baat bij fysieke training en de ander bij aangepaste voeding. Revalidatieprogramma’s of verdere begeleiding door een fysiotherapeut, diëtist of psycholoog kunnen dan helpen.'

Uitdagingen

De zorgprocessen zijn samen ontwikkeld en het initiatief wordt van harte ondersteund door huisartsen coöperaties, patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars. Maar er is meer nodig om het duurzaam in te richten. Regionaal werken vraagt ook een andere financiering waarbij afspraken met meerdere zorgaanbieders gemaakt worden.

Er wordt bij HartNet door alle partners volgens dezelfde protocollen gewerkt; er is alleen nog geen bronsysteem beschikbaar voor patiëntinformatie. Iedere zorgaanbieder werkt met eigen systemen en dat betekent vaak dubbel werk.

Ook voor het verwerken van uitkomsteninformatie moet de data-infrastructuur en -analyse verbeteren. Verder wil HartNet kritisch kijken naar passende indicatoren. 'Nu wordt er gemeten volgens de eisen van verzekeraars en inspectie; tijd en capaciteit om ook andere invalshoeken te zoeken en vervolgens te gaan meten ontbreken.' Ook al zijn er nog de nodige uitdagingen, Michiel Rienstra is tevreden over de vooruitgang:

'Als cardioloog wil ik natuurlijk dat deze zorg voor alle patiënten met hartziekten in Noord-Nederland beschikbaar komt. We kunnen onze behandelingen verder verbeteren en nog veel meer van elkaar leren. We zijn voor de hartzorg voor mijn gevoel op de helft. Samen met patiënten en ons regioteam gaan we hard aan de slag voor het vervolg. Hiervoor gaan we graag verder in gesprek met verzekeraars en andere beslissers in de zorg. Alleen samen kunnen we deze grote veranderingen realiseren.'

Het samenwerkingsverband HartNet bestaat sinds 2018 en is nog in ontwikkeling.