'Ik vind het heel sneu voor u'

Journalisten van het Dagblad van het Noorden lopen tijdens de tweede coronagolf mee in het UMCG in Groningen. Ze schrijven een hele serie verhalen. Wat voor gevolgen heeft de coronacrisis voor patiënten en medewerkers? In dit verhaal spreekt journalist Maaike Borst met patiënten van wie de zorg uitgesteld wordt. Het verhaal verscheen op 30 oktober 2020 in de krant. De foto is van Siese Veenstra

“Goedemorgen, u spreekt met Marieke, planning orthopedie UMCG.’’

Haar stem klinkt lief en meisjesachtig. Dat helpt, als Marieke Belguendouz belt worden mensen niet snel boos. Collega’s zeggen weleens: bel jij die patiënt maar.

“Meneer, u had al een voorlopige datum van ons doorgekregen voor uw operatie: vrijdag 13 november.’’

Belguendouz zit aan het einde van de gang op verpleegafdeling A2 van het UMCG. Normaal liggen hier de patiënten van orthopedie, maar vanochtend is het stil. De afdeling is leeggemaakt voor coronazorg. Terwijl de verpleegkundigen wachten op de eerste covidpatiënten uit Maassluis en Capelle aan den IJssel, werkt de planning keihard door.

“U heeft vast al in het nieuws gehoord dat wij moeten reduceren in verband met de corona’’, vervolgt Belguendouz aan de telefoon. “En helaas valt uw operatiedatum daar ook onder. Ik vind het heel sneu voor u.’’

Vanwege de toestroom van covidpatiënten is de reguliere zorg in het UMCG afgeschaald. Sommige afdelingen 10 procent, andere 20. De orthopedie hoort tot de afdelingen die het meeste inleveren: 30 procent. Een knieoperatie kun je zonder ernstige gezondheidsschade uitstellen, zo is de redenering.

Maar dat is makkelijk gedacht. Zo’n knie is niet zomaar een knie.

Gerda Holzhaus kreeg het telefoontje op maandagochtend 19 oktober om half negen.

Anoniem nummer. Het ziekenhuis, dat wist ze meteen. Die donderdag de 22ste zou de operatie zijn. Ze was het hele weekend al zenuwachtig geweest. Ging het door

Holzhaus (67) uit het Friese Pingjum is ondanks haar zwakke hart en bijkomende klachten altijd vitaal gebleven. Ze maakt theater, was actrice, initieerde projecten Nieuw Atlantis – ‘een utopisch scenario voor de Waddenkust’ – en Gouden Land , voor de leefbaarheid in het Marneslenkgebied.

Maar nu is het op.

De knieprothese zou dit voorjaar worden geplaatst. Pijn aan die knie heeft ze al jaren, maar eerst ging haar heup voor en daarna moesten de hartritmestoornissen nog onder controle worden gebracht. Was zij eindelijk zover, gooide de eerste golf van het coronavirus de ziekenhuizen plat.

Operatie uitgesteld. Weer wachten.

Een half jaar geleden kon ze nog 500 meter lopen. Nu komt ze niet veel verder dan de helft. De straat uit en weer terug. Met veel pijn. Ze slikt al jaren zes tot acht paracetamol per dag. De nachten zijn slecht. Ze is moe. Eindeloos moe.

Deze zomer stapte ze van haar fiets en maakte een verkeerde beweging. Ze gilde het uit van de pijn. Bot op bot, als een pijl door de knie. Ze durfde bijna niks meer, uit angst dat het weer zou gebeuren. Maar dat gebeurde toch.

”Ik kan echt niet meer!’’, zei ze tegen de planners van de afdeling orthopedie en daarna gaven ze haar nieuw houvast: donderdag 22 oktober. Ze was zó blij met die datum.

Toen het ziekenhuis die maandagochtend belde, wist ze dat het foute boel was. Wéér uitgesteld vanwege corona. Aan de telefoon, ze hield het niet tegen, moest ze huilen. “Wat is er dan urgenter dan ik?’’ Kanker, was het antwoord. En ongelukken, kinderen...

“Ja’’, zei ze verslagen. “Natuurlijk. Dat gaat voor.’’

Ja, dat gaat voor. Vindt ook Lex Boerboom, de man die onder normale omstandigheden op donderdag 22 oktober bij Gerda Holzhaus een knieprothese had geplaatst. Maar niet vanzelfsprekend.

Boerboom is chef de clinique van de afdeling orthopedie van het UMCG. Onder de kast in zijn kamertje, waar tussen dikke medische boeken een bierblikje is achtergebleven en naast de stapels papieren op zijn bureau een tosti-ijzer slingert, staan zijn operatieklompen. Op de ene hiel staat met stift ‘boer’ geschreven, op de andere ‘boom’.

Zijn telefoon gaat. Het is Marieke van de planning. “Ze hebben vrijdag om 11 uur toch nog een tafel voor ons.’’ Met een ‘tafel’ bedoelt ze een plek op een van de operatiekamers.

“Ik kan vrijdag niet, ik sta poli te doen’’, zegt Boerboom.

Op de wachtlijst voor een orthopedische operatie in het UMCG staan 224 patiënten. Wachttijd is er altijd, en de achterstand uit de eerste coronagolf is nog lang niet ingehaald. Nóg langer wachten kan wel degelijk schadelijk zijn. Zeker in een academisch ziekenhuis, waar de meest complexe operaties worden uitgevoerd.

Patiënten met versleten gewrichten die op operaties wachten hebben heel veel pijn. Ze zijn vaak al langdurig immobiel, waardoor hun algehele gezondheid verslechtert. Het is misschien niet levensbedreigend, maar vaak wel gekmakend. Sommige patiënten zijn radeloos.

Daarom, vindt Boerboom, is het niet eerlijk om klakkeloos te zeggen: orthopedie kan wel worden afgeschaald. Hij zet zijn operatieklompen graag aan de kant voor een kankerpatiënt, maar hij verwacht wel dat zijn collega’s bij oncologie ook scherpe keuzes maken. Want gaat een kankeroperatie die puur palliatief is, die de laatste maanden van een leven verzacht, voor de knieprothese van iemand als Gerda Holzhaus?

‘Hé jongeman!”

Hans van Bruggen (72) uit Borger is net geïnstalleerd in zijn ziekenhuiskamer als hij een bekend gezicht voorbij ziet lopen. Van Bruggen, ook patiënt van Lex Boerboom, is kind aan huis bij orthopedie. Al sinds zijn 48ste is het mis met de knieën – het begon bij het basketballen. De lange man uit Borger is toe aan zijn vijfde knieprothese. Steeds lieten ze los. Sinds kort weten ze dat het komt door een allergie voor botcement en nikkel.

Hij is niet opgenomen op zijn vertrouwde verpleegafdeling A2, maar beneden op A1. Want wat er nog over is van klinische orthopedie, is voor een periode van een half jaar verhuisd. ‘Welkom A2’, zag Van Bruggen op een bord staan. Met een bloemetje erbij getekend.

De verpleegkundigen van A1, afdeling hoofd-halschirurgie, weten hoe belangrijk het is ontheemde collega’s te verwelkomen. Zelf zijn ze door de eerste golf vijf keer verhuisd, pas in september zijn ze weer op het oude nest geland.

De orthopedieverpleegkundigen voelen zich welkom op A1. Maar het is raar: ze hebben de helft van hun vaste collega’s voor een half jaar moeten achterlaten op A2. Die gaan nu ‘de covid in’. De keuze was vrijwillig: blijven voor de covidpatiënten of mee naar A1 en zorgen voor de mensen die nog wél een operatie krijgen.

“Hé lieverd!’’

Hans van Bruggen ziet nog een bekend gezicht. De kniepatiënt is zó ontzettend blij dat hij in het ziekenhuis is. Niet dat hem zo’n leuke ingreep wacht, maar man, wat zat hij in spanning.

Elke dag was hij bang dat ook hij dat telefoontje zou krijgen. Steeds weer belde hij met de planning: “Gaat het nog door?’’

Vanwege de pijn is hij al maanden aan de morfine, en daar wordt een mens niet bepaald gezelliger van. Zeker niet als je hoort dat de ziekenhuizen weer afschalen. ‘Het is maar een knietje’, zeggen ze dan. Nou, echt niet.

Het telefoontje bleef uit, en nu is hij hier. Met zijn spulletjes, en zijn vrouw. Op kamer 15. Klaar om onder het mes te gaan.

Hij wel.