Eiwit in de urine

Eiwit in de urine is vaak een teken van nierschade.

De nieren filteren het bloed, waardoor er urine ontstaat die vol zit met afvalstoffen. De filters in de nieren zorgen ervoor dat er alleen water en kleine afvalstoffen worden doorgelaten. Grotere stoffen zoals eiwitten worden door de filters tegengehouden. Als de nieren gezond zijn, zit er dan ook bijna geen eiwit in de urine. Als er wel eiwit in de urine zit, dan is dat vaak een teken van nierschade. Hoe meer eiwit in de urine zit, hoe slechter het met de nieren gesteld is en hoe slechter het in de toekomst met de nieren zal gaan.

Als eiwit verloren gaat in de urine, dan zal het lichaam proberen meer eiwit aan te maken. Als er heel veel eiwit verloren gaat, lukt dat soms onvoldoende en gaat het eiwitgehalte in het bloed omlaag. Hierdoor treedt vocht buiten de bloedbaan (oedeem) en gaat het cholesterolgehalte in het bloed omhoog. Dit heet nefrotisch syndroom.

Oorzaken van nierschade

Er zijn verschillende oorzaken voor nierschade:

  • Aandoeningen die de bloedvaten in het lichaam aantasten, zoals hoge bloeddruk, suikerziekte en aderverkalking.
  • Aandoeningen die specifiek de nieren aantasten, bijvoorbeeld IgA nefropathie.

Functie van de eiwitten

Eiwit is een verzamelnaam voor een grote hoeveelheid stoffen die belangrijk zijn voor het lichaam. Eiwitten zorgen ervoor dat:

  • vocht niet buiten de bloedbaan treedt
  • het cholesterolgehalte normaal blijft
  • er een normale bloedstolling is

Indeling eiwitverlies

Naar gelang de hoeveelheid eiwit in de urine, is er een indeling gemaakt: 

  • Normaal (normo-albuminurie): minder dan 30 milligram eiwit per dag.
  • Licht verhoogd (micro-albuminurie): 30 tot 300 milligram eiwit per dag.
  • Verhoogd (macro-albuminurie): 300 tot 3000 milligram per dag.
  • Sterk verhoogd (nefrotisch eiwitverlies):  meer dan 3000 milligram (= 3 gram) per dag.

Welke arts behandelt u?

  • Patiënten met een licht verhoogd eiwitgehalte zijn vaak onder controle van de huisarts.
  • Patiënten met een eiwitverlies van meer dan 300 milligram per dag krijgen vaak een verwijzing naar een algemeen internist of een internist met speciale belangstelling voor de nieren (nefroloog).

Behandeling

Voor de gezondheid van uw nieren en het hele lichaam is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk eiwitverlies is. Daarbij geldt over het algemeen dat hoe sterker het eiwitverlies daalt, hoe beter dat voor de nieren is. Uw arts zal proberen het eiwitverlies in de urine te verminderen door medicijnen en een (zoutarm) dieet voor te schrijven. Het gaat om medicijnen als ACE-remmers (zoals Enalapril en Lisinopril), A-2 blokkers (zoals Losartan of Valsartan), vaak in combinatie met een plastablet (zoals Hydrochloorthiazide of Furosemide). ACE-remmers en A-2 blokkers zijn bloeddrukverlagende medicijnen die een extra gunstig effect op de nier hebben. Bij sommige nierziekten werkt dit echter onvoldoende en worden zwaardere medicijnen voorgeschreven, zoals Prednisolon en Cyclofosfamide. Het nadeel van deze zwaardere medicijnen is dat ze meer bijwerkingen hebben.

Om te kunnen beoordelen hoe het met de gezondheid van de nieren gesteld staat en om het effect van behandeling op de nieren te kunnen meten, moeten patiënten 24-uursurine verzamelen in speciale containers. Daar wordt het eiwitverlies dan vervolgens in gemeten.