"De veerkracht van patiënten inspireert mij"

De 80-jarige man met diabetes type 1 die elke dag 40 kilometer op zijn ATB fietst. De 34-jarige vrouw die zich eindelijk weer fit voelde en er weer kon zijn voor haar kinderen. Karin Eijkelenkamp glundert als ze over hen vertelt. Ze is leefstijlarts op de afdeling Interne Geneeskunde / Endocrinologie van het UMCG en ziet (vooral) mensen met diabetes en obesitas. “Een verandering in leefstijl kan ontzettend veel doen met een mens.”

K. Eijkelenkamp

Karin koos na haar studie Geneeskunde voor een carrière als leefstijlarts omdat deze haar in staat stelt om te doen waar haar hart ligt: mensen op weg helpen naar een betere gezondheid. “Het past bij mijn visie dat we in de geneeskunde meer focussen op het bevorderen van gezondheid dan op het genezen van ziekte. En dat we daarbij meer oog hebben voor de persoon achter de ziekte. Voor de mens als geheel.”

Vaak bepalen zorgverleners wat goed is voor patiënten, merkt Karin. Maar het gaat er volgens haar om wat ze zelf willen en hoe we ze meer eigen regie geven. Daar ligt de sleutel tot verandering. “Ook hebben we de neiging om eerder medicatie voor te schrijven dan leefstijl. Terwijl ik meer energie haal uit de vraag hoe ik patiënten kan helpen om medicatie af te bouwen dan om die voor te schrijven.”

Neem de schuld weg

Dit betekent niet dat Karin nooit medicatie voorschrijft. Ze vertelt over een jonge moeder die vele pogingen deed om af te vallen. “Toen ze door de MDL-arts naar mij werd doorverwezen, met opnieuw een opdracht om af te vallen, zat ze huilend in de spreekkamer. “Weer iets wat moet en ik niet kan”. Ik legde uit hoe obesitas werkt. Dat het haar niet ontbrak aan wilskracht of discipline, maar dat obesitas een complexe ziekte is en dat haar honger- en verzadigingssysteem stuk is. Pas als je de schuld wegneemt, kun je stappen gaan zetten.”

Karin maakte samen met haar patiënt een plan voor leefstijlaanpassingen. Daarnaast werd gekozen voor een lage dosis van een anti-obesitas-medicijn. “Ze raakte sneller verzadigd en was niet meer de hele dag bezig met eten. Dit steuntje in de rug stimuleerde haar om verder te gaan. Nu focust ze op haar lichaam te voeden i.p.v. vullen en is ze begonnen met zwemmen. Ze is ruim 20 kilo afgevallen, de ziekte van Crohn verliest terrein, en ze geniet weer van het spelen met haar jonge kinderen. Dit geeft haar veel vertrouwen en mij veel voldoening. Het is supermooi om samen met patiënten te ontdekken hoe je je leven zo kan inrichten dat je kan doen wat je belangrijk en leuk vindt.”

De patiënt als inspiratiebron

Karin vertelt over een 80-jarige man met diabetes type 1, die er dagelijks met de ATB-fiets op uit trekt. “Voor hem is de natuur heel belangrijk. Die helpt hem om tegenslagen te verwerken en om actief te blijven. Na het bericht dat hij een vorm van leukemie had, besloot hij 1000 kilometer in maand te gaan fietsen en dit is hem gelukt. Hij wil het wel van de daken schreeuwen; beweging is het beste medicijn. Zijn veerkracht is superinspirerend.”

Soms kost het Karin veel moeite om erachter te komen wat of wie voor een patiënt de drijfveer is om gezonder te gaan leven. Het ontmoedigt haar niet. “Ik geloof in de kracht van leefstijl. En ik ben er van overtuigd dat we allemaal ergens gemotiveerd voor zijn. Als het lukt om dat helder te krijgen en om de patiënt vervolgens zelf aan het roer te zetten, dan kan je ver komen.”

Drie tips voor een gesprek over leefstijl in de spreekkamer

  1. Vraag toestemming om over leefstijl, gewicht, roken te praten
    “Ik heb het graag met je over leefstijlfactoren die van invloed zijn op het ontstaan van je klachten, vind je dat goed?”
  2. Breng de leefstijl in kaart aan de hand van hulpmiddelen (die tot de verbeelding spreken)
    “Handige tools zijn De Leefstijlcheck en het Leefstijlroer van Arts & Leefstijl. Maar ook het Spinnenweb van Positieve Gezondheid. Dit helpt om in een paar minuten de leefstijl van een patiënt in kaart te brengen en er achter te komen waar iemand zelf mee aan de slag wil.
  3. Ga op zoek naar de motivatie van de patiënt
    Stel vragen als: “Waar heb je nu het meest behoefte aan?”, Wat zou nu een volgende stap zijn?”, “Wat is daar voor nodig?” of: “Als je bent afgevallen of gestopt bent met roken, wat is er dan veranderd?”