De meeste patiënten kunnen best lopend naar de OK

Bewegen. Op verpleegafdeling Gynaecologie en Urologie (L4) van het UMCG is het sinds kort de norm. “Hier lig je niet langer in het ziekenhuis. Je bent hier om behandeld te worden. Er is een bed om even te rusten”, legt verpleegkundige Ans Hoogeveen uit. Samen met haar collega’s van de werkgroep Beweegziekenhuis heeft ze een missie: patiënten tijdens een ziekenhuisopname meer laten bewegen. “Waarom rijden we iemand in zijn bed naar de OK als hij ook kan lopen?”

patiënten tijdens een ziekenhuisopname meer laten bewegen

De werkgroep Beweegziekenhuis bestaat uit oefentherapeuten, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. Allemaal zien ze dat het bed staat nog te vaak centraal staat in het ziekenhuis. “De dokter staat aan het bed, de patiënt ligt erin, bezoek zit naast het bed, de televisie hangt erboven. Al liggend, holt de conditie van patiënten na een operatie achteruit. Ze gaan verzwakt naar huis, met een groter risico op complicaties. En een verhoogde kans op heropname.”

Bewegen

Gynaecoloog – oncoloog Thijs Roelofsen onderschrijft dit. Hij zet zich al langer in voor het verbeteren van de perioperatieve zorg voor patiënten die een grote ingreep moeten ondergaan. Dat begint al bij het bezoek aan de polikliniek. Heeft een patiënt weinig eetlust of moeite met bewegen, dan kan een fysiotherapeut of diëtist worden ingeschakeld. Het doel: zo fit mogelijk de operatie ingaan.

Eenmaal in het ziekenhuis wordt alles op alles gezet om bewegen te normaliseren, vertelt Roelofsen. “De patiënt moet na een grote ingreep zo snel mogelijk en regelmatig uit bed worden geholpen. De eerste twee, drie dagen is dat hard werken. Maar daarna neemt de werkdruk per dag af.” Die druk blijkt nog te vaak een tegenstander bij het mobiliseren van de patiënt, erkent Hoogeveen. “Het is onze taak om rust en bewegen goed af te wisselen en per dag uit te breiden. Dat lukt niet altijd. Maar de zorgassistenten zijn een enorme steun. Zij motiveren de patiënt om niet in bed te eten maar ernaast of aan tafel en helpen daar bij.”

Van stoelfietsen tot wandelroutes

Het team van L4 maakt, in navolging van andere afdelingen, ook gebruik van de succesvolle Beweegkaarten. Daarop wordt met icoontjes aangeven hoe mobiel een patiënt is. “We zien meteen wanneer iemand de afdeling op mag en dus lopend naar het toilet kan en zelf koffie kan halen in de familiekamer.” Ook is er op de afdeling een beweegroute op de afdeling uitgezet met QR-codes. “We hopen dat deze route patiënten én familieleden nieuwsgierig maakt en aan de loop brengt.”

Zijn patiënten hier nog niet aan toe, dan is er de stoelfiets. “Die gebruiken we bij patiënten die nog niet heel mobiel zijn, maar voor wie het wel belangrijk is om de spieren te trainen.”

Bewegen voor beginners

Om niet alleen patiënten maar ook collega-zorgprofessionals op weg te helpen, ontwikkelde de werkgroep Beweegziekenhuis verschillende instrumenten, vertelt oefentherapeut Roelof van der Glas. “Voor beginnend medewerkers is er een e-learning, waarin wordt uitgelegd waarom het belangrijk is om patiënten te laten bewegen. De tool kan gebruikt worden om nieuwe collegae in te werken.”

Voor collega’s die al langer bij het UMCG werken, zijn er klinische lessen. Ook is er een toolbox onderweg voor afdelingen. “Hier vind je adviezen over hulpmiddelen die beweging op de afdeling stimuleren. Denk aan hometrainers, stoelfietsen en rollators met infuusstandaard. We delen ook aanpassingen die je op de afdeling kan doen, zodat bewegen aantrekkelijker wordt.”

Zien bewegen …

Doel van de werkgroep is dat bewegen tijdens een ziekenhuisopname uiteindelijk UMCG-breed beleid wordt. Maar de belangrijkste sleutel tot succes ligt bij de verpleegkundigen, zorgassistenten, artsen en paramedici. Hoogeveen: "Zij moeten consequent zijn richting de patiënt en zijn familie. Dit is het beleid, daar houden we ons aan. Zo maak je samen een succes van bewegen op de afdeling.”

Patiënten moeten nog wennen aan de nieuwe cultuur. “Soms zijn er belemmeringen om te bewegen, dan zoeken we samen naar een oplossing. Vaak wil een patiënt wel maar ontbreekt het vertrouwen. Dat los je alleen op door te gaan ervaren dat je meer kan dan je denkt. En dat bewegen echt bijdraagt aan je herstel. Dat zie ik elke dag. Patiënten die actief bewegen, zie je per dag opknappen. Sommigen lopen de tweede dag na een grote buikoperatie alweer op de gang. Ik hoop dat dit andere patiënten inspireert. En collega’s.” Want, zo is de hoop, zien bewegen, doet bewegen. Letterlijk en figuurlijk.
 

A. Hoogeveen
‘De meeste patiënten kunnen best lopend naar de OK‘