Bij een besnijdenis haalt de uroloog een deel van of de hele voorhuid van de penis weg. Een besnijdenis heet ook wel circumcisie.
We doen in het UMCG alleen besnijdenissen als daar een medische reden voor is. Bijvoorbeeld bij:
Uw huisarts of specialist kan u verwijzen naar Urologie. Na de verwijzing heeft u eerst een afspraak. Tijdens uw bezoek aan de polikliniek vertelt de uroloog u over de operatie, de nabehandeling, mogelijke complicaties en waar het litteken komt. We bespreken ook of u voor de operatie een ruggenprik krijgt, of dat u onder narcose gaat.
U krijgt u een afspraakbrief en informatie van ons. Daarin staat hoe u zich op de behandeling voorbereidt. U moet bijvoorbeeld stoppen met bepaalde medicijnen.
Meestal moet u van tevoren de huid rond de penis scheren. Neem een strakke onderbroek of zwembroek mee.
U krijgt voor deze behandeling een plaatselijke verdoving, een ruggenprik of u gaat onder narcose. U kunt daarom na de behandeling niet alleen naar huis. Regel iemand die u thuis kan brengen. We kunnen ook een taxi bellen voor u.
Voor deze behandeling gaat u naar de polikliniek Urologie. Krijgt u een narcose of ruggenprik, dan is de operatie op het Operatief Dagbehandeling Centrum (ODBC).
Kunt u niet komen? Bel ons dan zo snel mogelijk. Het telefoonnummer staat hieronder en in de brief.
Contactlenzen, bril, gebitsprothese, sieraden en piercings moeten uit of af. Soms krijgt u vooraf al pijnstillers en antibiotica om infecties te voorkomen. In de voorbereidingskamer krijgt u een infuus. Daarna gaat u naar de operatiekamer. U krijgt een narcosemiddel via het infuus of een ruggenprik. Dit is van tevoren met u besproken.
U krijgt eerst nog uitleg over de operatie. Daarna kleedt u zich van onderen uit en gaat u op de behandeltafel liggen. U krijgt een paar injecties bij de basis van de penis. Dit is de overgang van de penis naar de schaamheuvel.
We desinfecteren de penis, en we leggen steriele doeken over u heen. De uroloog haalt de voorhuid weg. Als dat klaar is krijgt u rondom de eikel hechtingen. Die lossen na een paar weken vanzelf op. Vóór de operatie zijn er soms verklevingen tussen de voorhuid en de eikel. De uroloog maakt deze verklevingen tijdens de operatie los. Hierdoor ziet de eikel er na de operatie een paar dagen rood en gezwollen uit.
De operatie duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u pijn heeft of misselijk bent krijgt u medicijnen. Daarna gaat u naar de nazorgruimte waar u te eten en te drinken krijgt. U kunt uw eigen kleding weer aandoen. Voordat u naar huis gaat komen de uroloog, de anesthesioloog en de verpleegkundige nog met u praten.
Als u een plaatselijke verdoving heeft gekregen, kunt u na de behandeling meestal meteen weer naar huis.
De dag na de operatie bellen we u om te vragen hoe het gaat. Een extra afspraak voor controle is meestal niet nodig. Als we weefsel hebben weggehaald, dan onderzoekt de patholoog dat. U heeft dan nog een afspraak op de polikliniek voor het bespreken van de uitslag.
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties.
De kans op complicaties bij een besnijdenis is klein. Wat kan voorkomen is een bloeding of een infectie. De penis en de balzak (scrotum) kunnen blauw verkleuren. Dit is normaal en verdwijnt vanzelf.
Bel ons als:
Als u in dagbehandeling bent geopereerd, bel dan naar het ODBC. Dit kan op werkdagen tussen 9.30 en 18.00 uur op het telefoonnummer (050) 361 44 46.
Bent u behandeld op de polikliniek, bel dan de eerste 24 uur na ontslag uit het ziekenhuis naar de polikliniek Urologie: (050) 361 21 67. Buiten deze tijden belt u naar het nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de uroloog die dienst heeft.
Heeft u, nadat u al 24 uur thuis bent, problemen of klachten, dan belt u de huisarts. De huisarts belt de uroloog als dat nodig is.
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties.
De kans op complicaties bij een besnijdenis is klein. Wat kan voorkomen is een bloeding of een infectie. De penis en de balzak (scrotum) kunnen blauw verkleuren. Dit is normaal en verdwijnt vanzelf.
Bel ons als:
Als u in dagbehandeling bent geopereerd, bel dan naar het ODBC. Dit kan op werkdagen tussen 9.30 en 18.00 uur op het telefoonnummer (050) 361 44 46.
Bent u behandeld op de polikliniek, bel dan de eerste 24 uur na ontslag uit het ziekenhuis naar de polikliniek Urologie: (050) 361 21 67. Buiten deze tijden belt u naar het nummer (050) 361 61 61. Vraag naar de uroloog die dienst heeft.
Heeft u, nadat u al 24 uur thuis bent, problemen of klachten, dan belt u de huisarts. De huisarts belt de uroloog als dat nodig is.
U kunt de polikliniek Urologie bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.