Behandeling bij kromme gewrichten in arm en hand door zeldzame ziektes

Door aangeboren ziektes kunnen gewrichten in arm of hand krom of gebogen gaan staan. Dit zorgt voor moeite met het bewegen van de arm of hand. Vaak geeft het ook pijn. Met een behandeling proberen we de klachten te verminderen.

Gebogen of kromme vingers door aangeboren zeldzame ziektes komen al bij jonge kinderen voor. Vaak wordt die verkromming erger als het kind groeit. Soms is de ziekte pas te zien als een kind in een groeispurt zit. Bijvoorbeeld tijdens de pubertijd.

Hoe ontstaan kromme gewrichten in arm en hand?

Er zijn verschillende zeldzame aangeboren ziektes die kunnen zorgen voor kromme of gebogen gewrichten in arm en hand. Bijvoorbeeld:

  • Arthrogryposis Multiplex Congenita: de gewrichten in de vingers kunnen niet goed bewegen of blijven uit zichzelf in een kromme en of scheve stand staan.
  • Camptodactylie: de vinger staat in een gebogen stand. En kan niet goed strekken bij het middelste kootje in de vinger. Camptodactylie komt meestal in beide handen voor. Het vaakst in de pink. Soms samen met de ringvinger. Ook alle vingers kunnen krom staan.
  • Clinodactylie: dit is een aangeboren aandoening aan 1 of meer vingers. De vinger staat scheef. Meestal gaat het om het bovenste topje van de vinger. Clinodactylie komt vaak in beide handen voor, vaak in de pink. Soms ook in andere vingers en de duim.

Eerste gesprek

U heeft voor een afspraak altijd een verwijzing naar het Hand- en Polscentrum nodig van uw huisarts of medisch specialist. Tijdens het eerste gesprek vragen we naar de klachten van uw kind. En onderzoeken de arm, pols, hand of vingers. We bespreken de mogelijke behandelingen, de nabehandeling en de problemen die na de behandeling kunnen ontstaan.

Behandeling kromme gewrichten in arm en hand

Er zijn verschillende behandelingen om de kromme of gebogen stand van de vingers, hand of arm te verminderen.

Mogelijke behandelingen

  1. Als bepaalde activiteiten moeilijk gaan geeft een handtherapeut advies. We kijken of de activiteit op een andere manier kan. Als dat niet lukt proberen we hulpmiddelen. Bijvoorbeeld voor het eten, aankleden of schrijven. Ook krijgt uw kind oefeningen. Als het nodig is om meer te oefenen kan dit bij een fysiotherapeut bij u in de buurt. Soms verwijzen we uw kind door naar een ergotherapeut. Bijvoorbeeld als uw kind moeite heeft met activiteiten op school. Denk aan naar de wc gaan. Of aan tafel zitten.

  2. Spalktherapie is onderdeel van de handtherapie. Een spalk dragen kan al vanaf 0 jaar. De spalk rekt de gewrichten op. Als het gewricht weer goed kan bewegen bouwt u het dragen van de spalk af. Na een groeispurt komen de klachten soms terug. Dan is opnieuw spalktherapie nodig. Als uw kind vroeg start met spalktherapie kunnen we de gewrichten meestal weer best recht zetten. Als een kind ouder dan 10 jaar is, wordt dat steeds lastiger.

    Spalk voor de arm bij kromme gewrichten

  3. Als spalktherapie en handtherapie niet helpen is een operatie mogelijk. Welke operatie het beste is hangt af van welk gewricht krom staat. We doen bijvoorbeeld een artrolyse bij een stijve elleboog. Of we veranderen de stand van het bot in de vingers. Dit heet een wigosteotomie.

Heeft u nog vragen?

U kunt het Hand- en Polscentrum bellen via polikliniek Vorm en Beweging. Bellen kan van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.