Het idee voor de leefstijlpoli ontstond toen Petra in de coronaperiode een opleiding volgde tot leefstijlcoach. “Daar deed ik zoveel mooie inzichten op, dat ik dacht: hier moet ik iets mee binnen de afdeling.” Verzekeraars vergoeden een leefstijlbehandeling van hematologiepatienten niet. Maar dat hield haar niet tegen. “Ik heb herhaaldelijk aangekaart wat ik wilde en waarom me dit zo belangrijk lijkt. Mijn direct leidinggevende raakte overtuigd. Net als de manager en het hoofd van de afdeling Hematologie. Dankzij hun steun, kon ik de poli opzetten. Daar ben ik heel dankbaar voor.”
Van plan naar poli
Het opzetten van de leefstijlpoli had heel wat voeten in de aarde. Zo moest de gehele staf worden in- en voorgelicht, moest er op de poli ruimte worden ingebouwd voor het leefstijlspreekuur en moesten er brieven worden opgesteld voor patiënten en collega’s. “Dat was veel werk. Maar ik had een duidelijke missie voor ogen. Dat straalde ik ook uit en heeft me gebracht waar ik nu ben.”
Petra ziet op de poli patiënten die een stamceltransplantatie moeten ondergaan of die een hematologische ziekte hebben waarvoor ze chemokuren krijgen, zoals lymfeklierkanker. “De eerste groep zie ik voorafgaand aan de transplantatie. We bespreken hoe de patiënt in het leven staat, of hij een sterk sociaal netwerk heeft en bijvoorbeeld gevoelig is voor depressies. Het is een signalerend gesprek dat helpt om vooraf de juiste begeleiding in te schakelen. Denk aan een psycholoog. Of iemand binnen het netwerk van de patiënt, zodat die er na de behandeling niet alleen voor staat. Gaat iemand weer naar huis dan doe ik de ontslaggesprekken. Vervolgens zie ik de patiënt terug op de poli. Het verschilt per persoon waar we het over hebben. Sommige mensen zie ik nog twee keer, anderen vijf, zes keer in een half jaar.”
Luisteren en niet oordelen
De patiënten die geen stamceltransplantatie ondergaan maar wel chemokuren, ziet Petra vooral nadien. “Zij zijn door de behandeling bijvoorbeeld aangekomen in gewicht en worstelen met het kwijtraken van de kilo’s. Of ze willen definitief stoppen met roken. Daar probeer ik ze dan bij te helpen.” Dat doet Petra door naar de patiënten te luisteren en niet te oordelen. “Vaak vraag ik een patiënt om van een afstandje naar zichzelf te kijken: hoe kijk je naar de situatie zoals hij nu is? Wat wil je bereiken en wat levert je dat op? Intrinsieke motivatie is heel belangrijk. Als je die aanspreekt, kan je veel bereiken.”
Petra vertelt over een man die na zijn chemobehandeling af wilde vallen maar hier niet in slaagde. “Inmiddels is hij 7 kilo kwijt. Hij voelt zich fitter, energieker en blijer. Daar gaat het uiteindelijk om. Niet het getal op de weegschaal.” De rol die Petra zichzelf toedicht in zo’n proces? “Er zijn. Luisteren. Dat is de sleutel. En de patiënt aanmoedigen om kleine stapjes te zetten. Niet meteen teveel te verwachten. Elke kleine aanpassing in je leefstijl kan iets groots teweegbrengen. Wandelde je niet en doe je dat nu twee keer per week, dan kan dat al zoveel gezondheidswinst opleveren. Juist dat stukje van niets naar iets doen, levert enorme winst op.”
Leefstijl bij ziekte
Daarmee beantwoordt Petra meteen de vraag die nog op tafel ligt. Namelijk waarom zij vindt dat leefstijl onderdeel moet zijn van de behandeling binnen een ziekenhuis voor complexe zorg. Aandacht voor leefstijl is altijd belangrijk, antwoordt ze. Ook als je al ziek bent. “Het gaat dan niet alleen over voeding en beweging”, benadrukt Petra. “Maar ook over of iemand stress ervaart, goed slaapt en in verbinding is met de mensen om hem heen. Dat voor ogen hebben, is van groot belang omdat ook deze factoren de behandeling, het ziekteverloop en herstel daarvan kunnen beïnvloeden.”
Rest de vraag hoe we volgens Petra zover komen, dat leefstijl een vanzelfsprekend onderdeel wordt van de behandeling van complexe patiënten. “We moeten succesverhalen blijven delen.” En .. vooral niet wachten op veranderingen van ‘bovenaf’. “Als je hart hebt voor de patiënt en voor leefstijl: luister daar naar, doe er iets mee. Als je iets met passie doet, kan je heel ver komen.”