
Lotte. Foto door Kees van de Veen
Worstelen met heftige gevoelens
We kregen vroeger een vakantieschriftje om in te schrijven, tekenen, een dagboek bij te houden. Twee jaar geleden opende ik zo'n schriftje uit de tijd dat ik in groep 5 zat: ‘Soms wenste ik dat ik dood was’, stond erin. Heftig om dat terug te lezen. Buiten dat schriftje kon ik toen nog geen woorden aan mijn worsteling geven.
Ik ben altijd heel gevoelig geweest voor wat er om me heen gebeurde. Was steeds bezig met wat mensen om mij heen deden of zeiden. Ik kreeg al vroeg het idee dat ik te veel was en dat wat ik ook deed, het toch nooit goed zou zijn. Ik wist niet hoe ik die heftige gevoelens kon uiten op een gezonde manier, had niet geleerd om daarover te praten. Ik begon mezelf te beschadigen, met het idee dat ik de pijn die ik voelde kon reguleren. Het begon op de basisschool met mezelf slaan, krabben en hoofdbonken. Later begon ik mezelf te snijden en branden. Het gaf mij de controle die ik in mijn leven miste. Ik werd er steeds "beter" in en dat maakte me trots. Ik dacht dat automutilatie het enige was waar ik "goed" in was.
Zoektocht naar hulp
Rond mijn dertiende kreeg ik door dat mijn worsteling en hoe ik daarmee omging niet normaal was. Ik liep vast in het schoolwerk en in de klas, mijn worsteling werd zichtbaar en ik wist dat ik hulp moest vragen. Mijn decaan verwees me naar de maatschappelijk werker en ik kwam vervolgens bij een psycholoog. Na vijf sessies was ik er klaar mee. Ik voelde me niet begrepen en had niet het vertrouwen dat deze vrouw mij kon helpen.
Ik ging steeds verder achteruit, was depressief maar sleepte mezelf verder. Ik hoopte dat alles beter zou worden toen ik ging studeren maar ik raakte juist dieper in crisis en moest stoppen met de studie. De jaren daarna waren een zoektocht naar de juiste hulp.
Leren omgaan met emoties
Wat me uiteindelijk veel heeft gebracht, is dialectische gedragstherapie (DGT). Ik heb deze behandeling net, na 16 maanden, afgerond. Hij is voornamelijk gericht op het leren omgaan met heftige emoties, maar ik heb hier veel meer uitgehaald. In mijn motivatiebrief voor dit traject stond: ‘Ik wil gelukkig worden.’ Dat was mijn doel, anders hoefde het van mij niet. Met mijn behandelaar bedacht ik meer realistische vragen. Hoe kan ik omgaan met mijn emoties en gedachten? Hoe kan ik deze uiten zonder te vluchten in destructief gedrag? Wie ben ik dan? Wat wil ik met mijn leven doen?
Kiezen voor mijn eigen geluk
Mijn behandelaar heeft me helpen inzien dat ik mezelf belangrijk mag maken, mag kiezen voor mijn eigen geluk. Dat besef was pijnlijk en verwarrend, maar het heeft geleid tot de grootste vooruitgang in mijn proces. Ik vraag me niet langer af of ik überhaupt ergens heen wil in dit leven maar waar ik heen wil. Ik ben niet meer doodsbang voor de toekomst maar sta meer open voor wat die brengt. Ik kijk voorzichtig vooruit, denk na over een studie en maak afspraken met vrienden. Kleine stapjes richting de toekomst maar een grote vooruitgang voor mij, aangezien eerder een half uur vooruit kijken al te eng en uitzichtloos leek.
Ik heb een hekel aan clichés als “het leven is een feestje, je moet zelf de slingers ophangen”, maar er zit een waarheid in. Je bent verantwoordelijk voor je eigen geluk. Het hoort niet zo te zijn dat je machteloos in het leven staat. Het is jouw feestje, je moet het zelf organiseren. Ik ben nog vaak bang om terug te vallen maar ik weet nu dat ik na een val weer op kan staan én hoe ik ook goed voor mezelf kan zorgen. Mijn littekens blijven, letterlijk en figuurlijk. Maar ik schaam me er niet (meer) voor. Ik ben wie ik ben en dat is helemaal zo gek nog niet.