‘Je hoort niet machteloos in het leven te staan’

​​​​​In de serie Hoofdzaken vertellen mensen over hun ervaring met een psychische ziekte en wat die ervaring hen heeft gebracht. De serie moedigt openheid over mentale gezondheid aan. Want we zien psychische ziektes misschien niet, ze mogen wel gezien worden. In dit artikel vertelt Lotte (23) over haar ervaring met meerdere psychische ziektes.​

Lotte. Foto door Kees van de Veen
Lotte. Foto door Kees van de Veen

Worstelen met heftige gevoelens

We kregen vroeger een vakantieschriftje om in te schrijven, tekenen, een dagboek bij te houden. Twee jaar geleden opende ik zo'n schriftje uit de tijd dat ik in groep 5 zat: ‘Soms wenste ik dat ik dood was’, stond erin. Heftig om dat terug te lezen. Buiten dat schriftje kon ik toen nog geen woorden aan mijn worsteling geven.

Ik ben altijd heel gevoelig geweest voor wat er om me heen gebeurde. Was steeds bezig met wat mensen om mij heen deden of zeiden. Ik kreeg al vroeg het idee dat ik te veel was en dat wat ik ook deed, het toch nooit goed zou zijn. Ik wist niet hoe ik die heftige gevoelens kon uiten op een gezonde manier, had niet geleerd om daarover te praten. Ik begon mezelf te beschadigen, met het idee dat ik de pijn die ik voelde kon reguleren. Het begon op de basisschool met mezelf slaan, krabben en hoofdbonken. Later begon ik mezelf te snijden en branden. Het gaf mij de controle die ik in mijn leven miste. Ik werd er steeds "beter" in en dat maakte me trots. Ik dacht dat automutilatie het enige was waar ik "goed" in was.

Zoektocht naar hulp

Rond mijn dertiende kreeg ik door dat mijn worsteling en hoe ik daarmee omging niet normaal was. Ik liep vast in het schoolwerk en in de klas, mijn worsteling werd zichtbaar en ik wist dat ik hulp moest vragen. Mijn decaan verwees me naar de maatschappelijk werker en ik kwam vervolgens bij een psycholoog. Na vijf sessies was ik er klaar mee. Ik voelde me niet begrepen en had niet het vertrouwen dat deze vrouw mij kon helpen.

Ik ging steeds verder achteruit, was depressief maar sleepte mezelf verder. Ik hoopte dat alles beter zou worden toen ik ging studeren maar ik raakte juist dieper in crisis en moest stoppen met de studie. De jaren daarna waren een zoektocht naar de juiste hulp.

Leren omgaan met emoties

Wat me uiteindelijk veel heeft gebracht, is dialectische gedragstherapie (DGT). Ik heb deze behandeling net, na 16 maanden, afgerond. Hij is voornamelijk gericht op het leren omgaan met heftige emoties, maar ik heb hier veel meer uitgehaald. In mijn motivatiebrief voor dit traject stond: ‘Ik wil gelukkig worden.’ Dat was mijn doel, anders hoefde het van mij niet. Met mijn behandelaar bedacht ik meer realistische vragen. Hoe kan ik omgaan met mijn emoties en gedachten? Hoe kan ik deze uiten zonder te vluchten in destructief gedrag? Wie ben ik dan? Wat wil ik met mijn leven doen?

Kiezen voor mijn eigen geluk

Mijn behandelaar heeft me helpen inzien dat ik mezelf belangrijk mag maken, mag kiezen voor mijn eigen geluk. Dat besef was pijnlijk en verwarrend, maar het heeft geleid tot de grootste vooruitgang in mijn proces. Ik vraag me niet langer af of ik überhaupt ergens heen wil in dit leven maar waar ik heen wil. Ik ben niet meer doodsbang voor de toekomst maar sta meer open voor wat die brengt. Ik kijk voorzichtig vooruit, denk na over een studie en maak afspraken met vrienden. Kleine stapjes richting de toekomst maar een grote vooruitgang voor mij, aangezien eerder een half uur vooruit kijken al te eng en uitzichtloos leek.

Ik heb een hekel aan clichés als “het leven is een feestje, je moet zelf de slingers ophangen”, maar er zit een waarheid in. Je bent verantwoordelijk voor je eigen geluk. Het hoort niet zo te zijn dat je machteloos in het leven staat. Het is jouw feestje, je moet het zelf organiseren. Ik ben nog vaak bang om terug te vallen maar ik weet nu dat ik na een val weer op kan staan én hoe ik ook goed voor mezelf kan zorgen. Mijn littekens blijven, letterlijk en figuurlijk. Maar ik schaam me er niet (meer) voor. Ik ben wie ik ben en dat is helemaal zo gek nog niet.

Benno Haarman (psychiater Universitair Centrum Psychiatrie) over de complexiteit van een psychiatrische ziekte

Een psychiatrische ziekte heeft vaak meer dan één oorzaak. Deze oorzaken kunnen per persoon verschillend zijn, maar toch leiden tot dezelfde ziekte. Vaak speelt onderliggende kwetsbaarheid een rol. Denk hierbij aan erfelijke factoren, karaktertrekken of nare (jeugd)gebeurtenissen. Dit komt vervolgens tot uiting in hoe iemand omgaat met veranderingen of met sociale contacten.

Meestal is er een stressfactor die ervoor zorgt dat er psychische klachten ontstaan. Dit is vaak een recente ingrijpende gebeurtenis die - in combinatie met voldoende kwetsbaarheid - ervoor zorgt dat de psychiatrische ziekte ontstaat. Het overlijden van een dierbaar persoon, het verlies van een relatie of een baan kan een stressfactor zijn. Maar ook het starten met een nieuwe opleiding of baan, of het doormaken van een infectieziekte.

Wanneer kwetsbaarheid en stressfactoren samen komen, dan begint het ziekteproces. e kwetsbaarheid en de stressfactoren blijven een sturende rol spelen in de richting die het ziekteproces neemt. Dit kan voor iedere patiënt verschillend zijn en zorgt ervoor dat iedere patiënt zijn eigen unieke verhaal heeft over het ontstaan en de ontwikkeling van de ziekte. En de klachten die hierbij optreden.

Patiënten voldoen daarom vaak aan de criteria van meer dan één psychiatrische ziekte uit het psychiatrisch diagnostisch handboek (DSM). Uit onderzoek blijkt dat meer dan een derde van de patiënten zelfs voldoen aan de criteria van meer dan drie DSM-diagnoses. Zo kan iemand op hetzelfde moment kenmerken hebben van een ernstige depressieve stoornis, aan alcohol verslaafd zijn en ADHD hebben, en ook kenmerken hebben van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Dit betekent in de psychiatrie niet per sé dat iemand verschillende aandoeningen heeft, maar het laat zien dat psychiatrische problemen complex zijn.

Een zorgvuldige verkenning van de oorzaken, de ontwikkeling van de ziekte en de klachten is daarom essentieel voor het stellen van de goede diagnose en voor het opstellen van een effectief behandelplan in de psychiatrie.

Benno Haarman is psychiater en hoofd behandelzaken van de afdeling Stemmings- en Angststoornissen van het UCP. Hij is senior onderzoeker op het gebied van de bipolaire stoornis.