U krijgt een plaatselijke verdoving in de kaak of een narcosemiddel via het infuus. Dit is van tevoren met u besproken.
Als de verdoving is ingewerkt, beginnen we met de behandeling. We maken een snee in het tandvlees en schuiven het opzij om het kaakbot te kunnen zien. In het kaakbot boren we gaatjes, precies zo groot dat het implantaat er in past. We plaatsen 4 implantaten in de bovenkaak, 2 aan elke kant. Als u nog eigen tanden in de onderkaak heeft, plaatsen we de implantaten ook wel in het voorste deel van uw bovenkaak.
Als er na het plaatsen van het implantaat nog een stukje van het implantaat onbedekt is, halen we van een andere plek in uw mond een beetje bot weg. Met dit bot bedekken we dan het implantaat.
Soms bedekken we de implantaten met tandvlees. Dan komt u later nog een keer terug om het tandvlees weg te halen. Meestal is het mogelijk de implantaten direct door het tandvlees te laten steken. De ingreep om het tandvlees dat bovenkant van de implantaten bedekt weg te halen is dan niet nodig.
Het plaatsen van 4 implantaten in de bovenkaak duurt ongeveer 60 tot 90 minuten.
Implantaten in de onderkaak
Als u een nieuw bovengebit krijgt, kunt u meer kracht uitoefenen op uw onderkaak. Als u in de onderkaak ook een kunstgebit heeft, is de kans groot dat het ondergebit dan van zijn plaats komt. Daarom plaatsen we tegelijk met de implantaten in uw bovenkaak vaak ook 2 implantaten in de onderkaak, zodat het ondergebit hierop kan steunen.
Het plaatsen van 2 implantaten in de onderkaak duurt ongeveer 45 minuten.
Het vastgroeien van de implantaten in het bot duurt ongeveer 3 maanden.