De COVID-19 pandemie heeft wereldwijd gezorgd voor grote druk op de gezondheidszorg. Hoewel de nadruk hierbij lag op de ziekenhuis- en intensive care bezetting, is er ook veel veranderd in de huisartsenzorg in Nederland. Onderzoek van de afdeling Huisartsengeneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen toont aan dat patiënten vonden dat sommige van deze veranderingen een positief effect hadden op de huisartsenzorg, maar dat de toegankelijkheid van de huisarts en het doorgaan van de reguliere zorg wel onder druk staan.

De resultaten zijn gepubliceerd in het British Journal of General Practice Open

Vergeleken met de situatie voor de uitbraak van COVID-19 is er veel veranderd in de huisartsenzorg. Zo zijn er meer mogelijkheden tot het doen van digitale consulten en is vaak meer tijd gepland voor een fysiek consult. Anderzijds werd de zorg voor bijvoorbeeld suikerziekte of astma regelmatig uitgesteld. “Huisartsen moesten zich snel aanpassen tijdens de COVID-19 pandemie om te zorgen dat zowel COVID-19 zorg als reguliere zorg zo goed en veilig mogelijk doorgang konden vinden”, aldus Maarten Homburg, huisarts en onderzoeker. “Het is belangrijk om te weten hoe patiënten deze veranderingen ervaren hebben, zodat we hiervan kunnen leren in de toekomst. Welke veranderingen zien patiënten graag blijven en wat moeten we juist voorkomen?” 

Toegankelijkheid en continuïteit 

Uit het onderzoek onder leiding van epidemioloog dr. Lilian Peters, waarbij patiënten uit het noorden, oosten en zuiden van Nederland werden geïnterviewd, blijkt dat er wisselende ervaringen zijn geweest met de huisartsenzorg in Nederland. Veranderingen zoals het toegenomen gebruik van digitale consulten voor eenvoudige problemen en meer tijd voor een consult bij de huisarts, werden als positief ervaren. Patiënten zien deze veranderingen dan ook graag blijven na de pandemie. Anderzijds hebben patiënten ook het gevoel gehad dat zij niet altijd welkom waren bij de huisarts en daarnaast werden controle afspraken voor chronische aandoeningen als suikerziekte en astma vaak uitgesteld. Deze veranderingen werden negatief ervaren. “De huisarts is de poortwachter van de Nederlandse gezondheidszorg. Vanuit de huisarts worden patiënten bijvoorbeeld doorverwezen naar het ziekenhuis”, aldus Maarten Homburg, “Daarnaast brengt het uitstellen van routinezorg risico’s met zich mee, wanneer chronische aandoeningen bijvoorbeeld niet goed onder controle zijn. Het is dan ook van groot belang dat de huisartsenzorg toegankelijk blijft en dat zorg voor andere aandoeningen ook door kan gaan ten tijde van grote druk op het gezondheidszorgsysteem”. 

Non-COVID-19 zorg gaat ook door

Eerder onderzoek liet zien dat na de uitbraak van de COVID-19 pandemie het aantal bezoeken aan de huisarts snel afnam. Deze afname werd gezien voor zowel acute als langdurige zorgproblemen. Dit suggereert dat veel patiënten wegbleven bij de huisarts met klachten waar zij anders wel voor naar de huisarts zouden gaan. Er zijn verschillende oorzaken waarom patiënten wegbleven, zoals angst voor besmetting met COVID-19 of het willen ontlasten van het zorgsysteem. Toch is het belangrijk dat patiënten wel contact opnemen met de huisarts als zij dit nodig vinden.

Over het onderzoek

Dit onderzoek vond plaats in samenwerking met het Nivel, Radboud UMC en het Maastricht UMC. Dit onderzoek maakt deel uit van een grootschalig onderzoek naar de impact van de COVID-19 pandemie op de huisartsenzorg in Nederland.