'Het gebeurt wel vaker dat patiënten ons bedanken, vanmorgen hebben we deze bos bloemen nog gekregen', zegt Karin Klooster. Ze begeleidt patiënten die ernstige COPD hebben en die voor een bronchoscopische behandeling naar het UMCG komen. Bij deze innovatieve behandeling wordt het zieke deel van de longen met ventielen afgesloten zodat het gezonde deel beter kan werken en de patiënt het minder benauwd heeft.
Haar longen bleken ongeschikt
‘Helaas zijn niet alle longen geschikt voor deze behandeling en dat was ook zo bij de patiënt die ons €20.000 heeft geschonken’, vertelt Karin. ‘Tien jaar geleden had ze contact met ons opgenomen omdat ze hoopte in aanmerking te komen voor de behandeling die toen nog experimenteel werd uitgevoerd. Haar longen bleken ongeschikt, dat was natuurlijk heel verdrietig.’
Bang zijn
Patiënten die dit via hun verwijzer te horen krijgen, geeft Karin graag meer uitleg. Ze kunnen haar bellen of ze neemt zelf contact met ze op. ‘Soms denken ze dat hun longen niet geschikt zijn door het roken. Ik leg dan uit dat het te maken heeft met hoe je longen in elkaar zitten. Ook bespreek ik bijvoorbeeld of ze het met hun longarts al eens gehad hebben over longrevalidatie en dat dat misschien iets is. En merk ik dat ze bang zijn om in hun laatste levensfase te stikken, dan stel ik ze gerust en vertel dat de huisarts ze dan kan begeleiden. Dat we ze niet kunnen behandelen, betekent niet dat we helemaal niets kunnen doen. Ik wil niet dat patiënten zich afgeschreven voelen. We kunnen op z’n minst een luisterend oor bieden.’
Kerst- en verjaardagskaarten
Op haar werkkamer ligt een stapel verjaardagskaarten, deze zijn voor de patiënten die het Bronchoscopisch Interventie Centrum heeft behandeld: ‘We houden bij wie wanneer jarig is en ook sturen we onze patiënten ieder jaar een kerstkaart. Die maken we zelf, dat vinden we leuk.’
Onder de indruk
Hoezeer patiënten de persoonlijke aandacht van Karin en haar collega’s waarderen, bleek uit het telefoontje dat ze onlangs kregen. ‘De man van de patiënt waar ik tien jaar geleden contact mee had gehad, belde op. Hij vertelde dat zijn vrouw helaas was overleden. Omdat ze zich zo serieus genomen en gehoord voelde, wilde ze een deel van haar nalatenschap aan ons schenken. Ik was flabbergasted. Dat een patiënt die we niet konden behandelen zo’n gebaar maakt. Ons hele team is daarvan onder de indruk. Haar donatie zetten we in voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingen. Daarmee hopen we meer patiënten met ernstig COPD een beetje meer lucht te kunnen geven.’