Hieronder vindt u een aantal adviezen die het communiceren met slechthorenden kunnen vergemakkelijken.
- Roep nooit naar een slechthorende die met zijn rug naar u toegekeerd staat, maar raak hem eerst aan en begin dan te praten.
- Spreek naar een slechthorende toe, zodat deze de woorden van uw mond af kan lezen (liplezen).
- Schreeuw niet als u moet herhalen. Het misvormt het geluid en dat kan met een hoortoestel onaangenaam zijn. Het is beter langzaam en duidelijk te spreken.
- Zorg dat uw gezicht verlicht is als u tegen een slechthorende praat, zodat deze goed kan zien wat u zegt.
- Ondersteun uw verhaal met een gebaar, maar overdrijf dit niet. Als u moet herhalen, gebruik dan andere woorden.
- Houd niet uw hand voor uw mond tijdens het spreken. Spreek ook niet met sigaret, pijp of sigaar in de mond.
- Schakel de radio en de televisie uit voordat u een gesprek met een slechthorende begint.
- In een groep van goedhorenden en slechthorenden is het goed om langzaam te spreken en slechthorenden bij het gesprek te betrekken. Spreek vooral in de richting van de slechthorenden.
- Lach een slechthorende niet uit als hij/zij blundert door reacties te geven die nergens op slaan. Vertel het komische van de situatie, zodat hij/zij ook mee kan lachen.
- Geconcentreerd luisteren kost de slechthorende veel energie. Vaak zal deze zich dan terugtrekken door vermoeidheid. Denk niet meteen dat het gebrek aan belangstelling is.