De aortaklep zit op de plaats waar het bloed het hart verlaat en de grote lichaamsslagader (de aorta) instroomt. Deze hartklep voorkomt dat er bloed terugstroomt in de linker hartkamer, zodat het hart het bloed goed kan rondpompen. Als deze klep niet goed functioneert, kunt u last krijgen van:
- moeheid
- kortademigheid
- pijn op de borst
- of een onregelmatige hartslag
Alleen als uw lichamelijke conditie dat toelaat, kan via een open hartoperatie de hartklep worden geïmplanteerd. Is dat niet het geval, dan kunt u een aortaklep via de hartpunt of de aorta krijgen. Dit kan ook via een slagader in uw lies of een slagader onder uw linker sleutelbeen (arteria subclavia). De ingreep vindt plaats onder narcose.
Deze ingreep heeft vergeleken met een open hartoperatie een aantal voordelen:
- er ontstaat geen grote borstwond (wel een kleine)
- er is geen hartlongmachine nodig
- u herstelt sneller
Door deze voordelen is de behandeling vaak ook mogelijk bij patiënten die anders niet meer behandeld kunnen worden aan een zieke hartklep.
In de brochure ’Transapicale of transaortale aortaklepimplantatie’ staat meer informatie over deze ingreep.