De oorzaak van dit probleem is niet bekend, maar vermoed wordt dat genetische factoren en milieu-invloeden tijdens de zwangerschap een rol spelen.
Gevolgen van niet-ingedaalde zaadballen
Niet-ingedaalde zaadballen hebben vaak kenmerken van een aanlegstoornis. Deze kenmerken worden soms ook in de andere, wel normaal ingedaalde zaadbal teruggevonden. De gevolgen van een aanlegstoornis zijn:
- de indaling is onvolledig;
- de spermaproductie is verminderd;
- er is een licht verhoogde kans op zaadbalkanker.
Vruchtbaarheid
De vruchtbaarheid van mannen met een enkelzijdig niet-ingedaalde zaadbal is meestal behoorlijk: 60-70% blijkt in staat om op de natuurlijke weg vader te worden. Bij dubbelzijdig niet-ingedaalde zaadballen is dit slechts 30%. Nog onduidelijk is of een vroegtijdige operatie de vruchtbaarheidskansen later vergroot.
Behandeling
Een niet-ingedaalde zaadbal kan soms succesvol worden geopereerd. Bij deze operatie wordt de zaadbal in de balzak gebracht en vastgezet. Nog onduidelijk is of een vroegtijdige operatie de vruchtbaarheidskansen later vergroot.
Zaadbalkanker
Zaadbalkanker komt bij circa 2% van de jonge mannen met een niet-ingedaalde zaadbal voor. Daarom is het belangrijk om de zaadbal operatief in de balzak te brengen, zodat deze goed te voelen is. Als er afwijkingen in de zaadbal ontstaan, kan dit zo vroegtijdig mogelijk ontdekt worden. De genezingskansen zijn dan goed.
Na behandeling van zaadbalkanker is de vruchtbaarheid meestal verminderd door verschillende factoren:
- de overgebleven zaadbal heeft een aanlegstoornis
- de chemotherapie heeft de zaadbalfunctie aangetast
- een lymfeklieroperatie heeft de zenuwen beschadigd die verantwoordelijk zijn voor de zaadlozingsreflex. Hierdoor ontbreekt de zaadlozing of gaat het zaad richting de blaas in plaats van naar buiten
Belangrijk is om voorafgaand aan chemotherapie of een lymfeklieroperatie spermaonderzoek te verrichten en zo mogelijk zaadcellen in te vriezen.